Rijprocedure B

Bijlage

Bijlage 1

De zeven onderdelen verkeersdeelneming die in hoofdstuk 3 van de Rijprocedure worden beschreven vormen de examenonderdelen van het praktijkexamen.

  1. wegrijden
  2. rijden op rechte en bochtige weggedeelten
  3. gedrag nabij en op kruispunten
  4. invoegen – uitvoegen
  5. inhalen – zijdelings verplaatsen
  6. gedrag nabij en op bijzondere weggedeelten (in- uitrit / erf / overweg / v.o.p. / tram- bushalte / rotonde)
  7. bijzondere verrichtingen

Voor elk van die examenonderdelen worden voor de bepaling van de rijvaardigheid de volgende onderwerpen van beoordeling gehanteerd:

  1. rijklaar maken en bediening / beheersing
  2. milieubewust rijgedrag
  3. aangepast en besluitvaardig rijden
  4. belangen andere weggebruikers
  5. kijkgedrag
  6. voorrang verlenen / voor laten gaan
  7. plaats op de weg / plaats van handelen
  8. afstand houden
  9. snelheid
  10. reageren op verkeerslichten / aanwijzingen
  11. reageren op overige tekens
  12. geven van / reageren op signalen
  13. vertragen / remmen / stoppen.

De onderwerpen 1 en 2 zijn beschreven in hoofdstuk 1 van deze Rijprocedure, de onderwerpen 3 en 4 in hoofdstuk 2. De onderwerpen 5 t/m 13 worden, voor zover van toepassing, behandeld in elk van de zeven onderdelen van hoofdstuk 3.