Voorlichten over rijden met epilepsie
Epilepsie en autorijden
Een epileptische aanval kan gevaarlijke situaties opleveren in het verkeer. Daarom mag iemand na een epileptische aanval een periode niet rijden. Na een epileptische aanval gaat iemand naar een arts. Als arts of verpleegkundige is het dan belangrijk om te vertellen wat uw patiënt moet doen in zo’n situatie. En hem of haar te wijzen op de risico’s van epilepsie in het verkeer. U vertelt uw patiënt in ieder geval dat hij of zij na een aanval een periode niet mag rijden. Na 1 aanval is dit in het algemeen 6 maanden en na elke volgende aanval 12 maanden.
Heeft de patiënt in die periode een aanval gehad? Dan mag hij of zij weer 12 maanden niet rijden. Heeft de patiënt in die periode geen aanval gehad? Dan vult uw patiënt een Gezondheidsverklaring in. Het CBR onderzoekt vervolgens of uw patiënt weer veilig de weg op kan. Dit gebeurt ook als iemand met epilepsie rijexamen wil doen of zijn rijbewijs wil verlengen. U kunt samen met uw patiënt doornemen hoe het CBR bepaalt of hij of zij veilig kan rijden.
Voor het afbouwen of wijzigen van of stoppen met anti-epileptische medicatie zijn regels opgenomen in de Regeling eisen geschiktheid 2000. Kijk hiervoor in de regeling in paragraaf 7.2.3.