Voorlichten over rijden met een oogaandoening
De regels over rijden met een oogaandoening
Oogaandoeningen kunnen risico’s opleveren in het verkeer. Mensen die minder zien door een oogaandoening kunnen bijvoorbeeld moeite hebben met verkeersborden lezen, overzicht behouden of gevaar zien aankomen. Daarom gelden er geschiktheidseisen als mensen met een oogaandoening willen autorijden. Denk hierbij aan aandoeningen als staar, macula degeneratie of glaucoom.
De wettelijke eisen
Als iemand een oogaandoening meldt, beoordeelt het CBR of hij of zij voldoet aan de Regeling eisen geschiktheid 2000. Hoofdstuk 3 van deze regeling beschrijft de eisen over oogaandoeningen waaraan bestuurders moeten voldoen. Als zorgverlener heeft u een belangrijke rol in de voorlichting over deze eisen.
Uw patiënt moet een minimale visus van 0,5 met één of twee ogen hebben om te mogen rijden. Dit mag ook met bril of lenzen zijn. Verder mogen er geen ernstige afwijkingen zijn in het centrale deel van iemands gezichtsveld. Het gezichtsveld van uw patiënt moet horizontaal 120 graden zijn en verticaal 40 graden.
Voor een groot rijbewijs gelden strengere eisen. Als uw patiënt wilt rijden in een vrachtwagen of bus dan moet zijn of haar visus met het beste oog minstens 0,8 zijn. En met het slechtste oog 0,1. Het gezichtsveld van uw patiënt moet horizontaal 160 graden zijn en verticaal 60 graden.
Een Gezondheidsverklaring invullen
Iedereen die een rijbewijs wil halen, vult een vragenlijst in over zijn gezondheid: de Gezondheidsverklaring. Hierop geven mensen aan of ze medische aandoeningen hebben die de rijgeschiktheid kunnen beïnvloeden. Zij zijn verplicht deze naar waarheid in te vullen. Zo kan het CBR onderzoeken of mensen geschikt zijn om te rijden. Als patiënten een oogaandoening hebben of beperkt zien met één of beide ogen, dan kunnen zij dit invullen op de Gezondheidsverklaring. Dat gebeurt in de volgende situaties:
- Als uw patiënt rijexamen gaat doen.
- Als uw patiënt een rijbewijs heeft dat bepaalde tijd geldig is en dit rijbewijs wil verlengen.
- Als uw patiënt een rijbewijs wil verlengen dat verloopt op of na zijn of haar 75ste verjaardag.
- Als uw patiënt zijn of haar vrachtwagen- of busrijbewijs wil verlengen.
- Als uw patiënt bij het CBR wil melden dat hij of zij een oogaandoening heeft.
Wel of niet melden bij het CBR
Als uw patiënt niet voldoet aan de geschiktheidseisen is het verstandig dat hij of zij de oogaandoening meldt bij het CBR. Dit doet uw patiënt door een Gezondheidsverklaring in te vullen.
Als de visus van uw patiënt minder dan 0,4 is en u denkt dat hij of zij door therapie of een bioptische telescoop (BTS) beter gaat zien, dan kunt u doorverwijzen naar Visio. Het is verstandig als uw patiënt dan tijdelijk stopt met autorijden. Visio beoordeelt of uw patiënt inderdaad in aanmerking komt voor therapie of een BTS. Zij beoordelen na een onderzoekstraject ook of het voor uw patiënt zinvol is om een Gezondheidsverklaring in te vullen.
Melden en de verzekering
Als uw patiënt een ongeval veroorzaakt en de oogaandoening niet heeft gemeld bij het CBR, kan de verzekering ervoor kiezen om de schade niet te vergoeden. Het is verstandig dat uw patiënt zijn of haar poliswaarden controleert.
Wel of niet rijden met medicijnen
Voor rijden met medicijnen gelden aparte regels. Sommige medicijnen hebben namelijk bijwerkingen die gevaarlijk zijn in het verkeer. U kunt met uw patiënt de informatie over rijden met medicijnen doornemen. En op rijveiligmetmedicijnen.nl kunt u kijken of uw patiënt mag rijden met zijn medicijn.
Geldigheid van het rijbewijs
Blijkt uit onderzoek dat uw patiënt veilig de weg op kan? Dan krijgt uw patiënt een rijbewijs voor bepaalde of onbepaalde tijd. Een rijbewijs voor onbepaalde tijd is 10 jaar geldig. Een groot rijbewijs is maximaal 5 jaar geldig. U leest er meer over in de informatie voor patiënten.
Wat betekent code 100 op het rijbewijs?
Als uw patiënt een bioptische telescoop (BTS) draagt en rijgeschikt is, krijgt hij of zij code 100 op het rijbewijs. Dit betekent dat uw patiënt het rijbewijs niet beroepsmatig kan gebruiken. Uw patiënt kan voor zijn of haar werk wel code 101 aanvragen. Hij of zij heeft hiervoor een werkgeversverklaring nodig. Met code 101 kan uw patiënt maximaal 4 uur per dag rijden voor zijn of haar werk. Uw patiënt kan geen beroep uitoefenen waarbij hij of zij mensen in de auto vervoert, zoals taxichauffeur. Ook kan uw patiënt niet werken als rijinstructeur.