Voorlichten over rijden met een hartaandoening

Wat u kunt doen

Als cardioloog, huisarts, pacemaker- of ICD-technicus, verpleegkundige of andere zorgverlener bent u een belangrijk aanspreekpunt voor patiënten met hart- en vaatziekten. Verpleegkundigen hebben daarnaast een rol in de voorlichting over de gevolgen voor het dagelijks leven. Als zorgverlener kunt u uw patiënt informeren over de gevolgen van de hartproblemen op het rijden. U kunt patiënten vertellen wanneer het verstandig is om een Gezondheidsverklaring in te vullen. Het CBR onderzoekt dan of uw patiënt veilig de weg op kan.

Praten over autorijden met hart- en vaatziekten

Ga met uw patiënt in gesprek over rijden met een hartaandoening. Vertel hem of haar over de risico’s van hart- en vaatziekten in het verkeer. En de regels die er daarom zijn voor rijden met een hartaandoening.

U kunt uw patiënt wijzen op de informatie voor patiënten en dit samen bespreken. U vindt er informatie over rijden met:

  • Hartfalen
  • Een steunhart
  • Een hartinfarct
  • Pijn op de borst of een hartoperatie
  • Hartklepafwijkingen
  • Een hartklepprothese
  • Hartritmestoornissen
  • Een ICD
  • Een pacemaker

Voor mensen met een hartspierziekte, een aangeboren hartafwijking of een aneurysma zijn aparte webpagina’s. Informatie over de eisen bij een hersenbloeding, herseninfarct of TIA vindt u op de pagina over beroerte.

Mijn patiënt gaat rijexamen doen
Voordat iemand rijexamen doet, vult hij of zij de Gezondheidsverklaring in. Uw patiënten geven hierop aan dat ze een aandoening hebben aan hun hart of bloedvaten. Het CBR onderzoekt vervolgens of het veilig is voor ze om te rijden. U kunt samen met uw patiënt doornemen hoe het CBR bepaalt of uw patiënt gezond genoeg is om te rijden.

Mijn patiënt heeft al een rijbewijs en heeft sinds kort een hart- of vaatziekte
Het kan natuurlijk zijn dat iemand al een rijbewijs heeft als hij of zij een hartaandoening krijgt. In dat geval vragen patiënten u misschien om advies. Het is dan belangrijk om in te schatten of de aandoening risico’s oplevert tijdens het rijden. Als u denkt dat dit zo is, kan uw patiënt een Gezondheidsverklaring invullen. Twijfelt u of autorijden veilig is voor uw patiënt? Raad dan ook aan om een Gezondheidsverklaring in te vullen. Het CBR onderzoekt dan of uw patiënt veilig kan blijven rijden.

Let op: Bij sommige hart- en vaatziekten mogen mensen een periode niet rijden. Deze regels per aandoening leest u in de informatie voor patiënten.

Mijn patiënt moet zijn of haar rijbewijs verlengen
Ongeveer 4 maanden voordat zijn of haar rijbewijs verloopt krijgt uw patiënt bericht van de RDW. Hierin staat informatie over het verlengen van het rijbewijs en of uw patiënt een Gezondheidsverklaring moet invullen. Als uw patiënt een Gezondheidsverklaring moet invullen om zijn rijbewijs te verlengen, kunt u uw patiënt aanraden om de Gezondheidsverklaring 5 maanden voordat het rijbewijs verloopt in te vullen. Het CBR onderzoekt vervolgens of uw patiënt veilig kan blijven rijden.

Mijn patiënt is 75 jaar of ouder
Als een rijbewijs verloopt als mensen 75 jaar of ouder zijn, vullen ze bij het verlengen van hun rijbewijs altijd een Gezondheidsverklaring in. Hierop geven uw patiënten aan dat ze een ziekte aan hun hart of bloedvaten hebben. Wij onderzoeken dan of rijden nog veilig is. U kunt samen met uw patiënt bespreken hoe het CBR bepaalt of hij of zij nog veilig de weg op kan.

Mijn patiënt heeft een groot rijbewijs of is beroepschauffeur
Als uw patiënt een groot rijbewijs heeft of beroepschauffeur is, zijn de gevolgen voor het rijbewijs vaak groter. De eisen voor een vrachtwagen- of busrijbewijs (groep 2) zijn namelijk strenger dan voor een auto, motor of trekker (groep 1). Als mensen een bus- of vrachtautorijbewijs aanvragen of verlengen, vullen ze altijd de Gezondheidsverklaring in. Zo onderzoeken we regelmatig of rijden veilig is. U kunt samen bespreken wat de hartaandoening betekent voor een groot rijbewijs of als het rijbewijs gebruikt wordt voor beroepsmatig gebruik.

Vertellen wanneer mag uw patiënt tijdelijk niet mag rijden

In sommige situaties mag een patiënt tijdelijk niet rijden. Bijvoorbeeld als hij of zij net een ICD heeft gekregen. Informeer uw patiënt als rijden tijdelijk niet mag. Misschien vindt uw patiënt het zelf niet nodig om te stoppen met rijden. Vertel dan wat de risico’s zijn van blijven rijden. In de informatie voor patiënten leest u per hartaandoening of en wanneer mensen tijdelijk niet mogen rijden. Alle regels vindt u in hoofdstuk 6 van de Regeling eisen geschiktheid 2000.

Vertellen wanneer uw patiënt een hartaandoening meldt bij het CBR

Denkt u dat de hartaandoening risico’s oplevert in het verkeer, of dat de gevolgen van de hartproblemen invloed hebben op het rijden? Raad uw patiënt dan aan om een Gezondheidsverklaring in te vullen. Twijfelt u of autorijden veilig is voor uw patiënt? Raad dan ook aan om een Gezondheidsverklaring in te vullen. Het CBR onderzoekt dan of uw patiënt veilig kan blijven rijden.

Tip: Uw patiënt kan de Gezondheidsverklaring het beste invullen via Mijn CBR. Wij ontvangen dan direct de informatie en uw patiënt kan de status van de beoordeling bekijken in Mijn CBR.

Helpen bij de procedure van het CBR

Als uw patiënt op de Gezondheidsverklaring invult dat hij of zij een hartaandoening heeft, onderzoekt het CBR of uw patiënt veilig kan rijden. U kunt hem of haar vertellen hoe dit onderzoek verloopt en uw patiënt hier eventueel bij begeleiden. Hoelang het onderzoek duurt, hangt af van de situatie van uw patiënt. Bekijk de actuele reactietermijnen.

Als u arts bent, kan uw patiënt u vragen om formulieren in te vullen die nodig zijn voor de beoordeling van het CBR. Als u dit doet, raden we aan dit via ZorgDomein te doen. Dat gaat sneller. Hiervoor heeft u een ZorgDomeincode nodig die uw patiënt van het CBR krijgt. Als uw patiënt geen ZorgDomeincode heeft, kunt u de formulieren op onze website gebruiken.

In uitzonderlijke situaties: zelf melden bij het CBR

Heeft u een patiënt geadviseerd om te stoppen met rijden, maar blijft uw patiënt toch rijden? En denkt u dat dit gevaarlijk is? Dan kunt u dit aan het CBR doorgeven. Doe dit alleen als u denkt dat er anders onveilige situaties kunnen ontstaan in het verkeer. De KNMG heeft 5 criteria opgesteld die helpen bij de beslissing om uw beroepsgeheim wel of niet te doorbreken.

Als u hulp nodig heeft: het CBR om advies vragen

Heeft u vragen over rijden met een hartaandoening, wilt u dilemma’s delen of wilt u advies over een patiënt? Dan kunt u altijd contact opnemen met de klantenservice van het CBR op het nummer 088 227 63 00. De klantenservice verbindt u door met een arts zodat u medisch inhoudelijke vragen kunt stellen.