Voorlichten over rijden met diabetes
Wat u kunt doen
Het is vooral belangrijk dat u inschat of uw patiënt veilig kan rijden. Voor het grootste deel van de mensen met diabetes is rijden geen enkel probleem. Toch is het voor sommige diabetespatiënten noodzakelijk om tijdelijk niet te rijden. En eventueel hun diabetes te melden bij het CBR. Voor hun eigen veiligheid en die van andere verkeersdeelnemers.
Heeft uw patiënt vaak ernstige hypo’s terwijl hij of zij wakker is? Dan is hij of zij 3 maanden niet rijgeschikt na de laatste ernstige hypo. We raden u aan om hem of haar te adviseren om tijdelijk niet te rijden. Als deze persoon de hypo’s weer onder controle heeft, kunt u afwegen of het weer veilig is om de weg op te gaan. Als u nog twijfelt, kunt u contact opnemen met de medische backoffice van het CBR. En u kunt uw patiënt altijd aanraden om de problemen aan te geven bij het CBR. Wij onderzoeken dan of het nog veilig is voor uw patiënt om te rijden.
U kunt uw patiënt ook wijzen op de informatie voor diabetespatiënten en de tips voor het rijden.
Mijn patiënt gaat rijexamen doen
Voordat iemand rijexamen doet, vult hij of zij de Gezondheidsverklaring in. Hierop geven mensen aan of ze medische aandoeningen hebben die de rijgeschiktheid kunnen beïnvloeden. Zo zorgen we dat mensen alleen gaan rijden als dit veilig is.
Als iemand diabetes heeft, geeft hij of zij dit aan op de Gezondheidsverklaring. Hierna vult een arts het diabetes mellitus-formulier in voor deze persoon. U kunt uw patiënt aanraden om dit formulier alvast mee te nemen naar de jaarlijkse controle bij de arts. Dan hoeft hij of zij mogelijk niet 2 keer naar een arts.
Het CBR bepaalt vervolgens aan de hand van dit formulier of de diabetespatiënt veilig de weg op kan. Het kan zijn dat we met de informatie op het formulier nog niet goed kunnen inschatten of iemand gezond genoeg is om te rijden. In dat geval vragen we ook om een beoordeling van een oogarts en eventueel om een rijtest. U kunt samen met uw patiënt doornemen wat hij of zij van het CBR kan verwachten.
Mijn patiënt heeft al een rijbewijs en heeft diabetes gekregen
Het kan zijn dat iemand al een rijbewijs heeft als hij of zij diabetes krijgt. In dat geval vragen patiënten u misschien om advies. U kunt dan samen bespreken of de diabetes invloed heeft op het rijden. Diabetespatiënten die geen insuline, sulfonylureumderivaat of repaglinide gebruiken en geen complicaties hebben aan hun ogen, bloedvaten of zenuwen, kunnen zonder problemen rijden.
Gebruikt uw patiënt wel insuline, sulfonylureumderivaat of repaglinide? En veroorzaakt dit ernstige hypo’s die uw patiënt niet voelt aankomen? Raad uw patiënt dan aan om tijdelijk niet te rijden. Door training kan hij of zij beter leren omgaan met hypo’s. Als uw patiënt goed kan omgaan met hypo’s en regelmatig wordt gecontroleerd door een arts, kan hij of zij weer rijden.
Krijgt uw patiënt de hypo’s niet onder controle, ondanks training? En twijfelt u nog steeds of het voor uw patiënt veilig is om te rijden? Dan raden we u aan om uw patiënt te adviseren de diabetes bij ons aan te geven. Dit kan door de Gezondheidsverklaring in te vullen. Dan onderzoeken wij of uw patiënt veilig de weg op kan.
Mijn patiënt is 75 jaar of ouder
Mensen die 75 jaar of ouder zijn, vullen bij het verlengen van hun rijbewijs altijd de Gezondheidsverklaring in. Hierop geeft uw patiënt aan dat hij of zij diabetes heeft. Wij onderzoeken dan of rijden nog veilig is. U kunt samen met uw patiënt bespreken wat hij of zij van het CBR kan verwachten.
Mijn patiënt heeft een groot rijbewijs
Als mensen een bus- of vrachtwagenrijbewijs aanvragen of verlengen, vullen ze altijd de Gezondheidsverklaring in. Uw patiënt geeft dan op de Gezondheidsverklaring aan dat hij of zij diabetes heeft. Zo onderzoeken we regelmatig of rijden veilig is. U kunt samen met uw patiënt bespreken wat hij of zij van het CBR kan verwachten.