Voorlichten over rijden met diabetes

De regels

De regeling

De Regeling eisen geschiktheid 2000 beschrijft de eisen waaraan bestuurders moeten voldoen. Het CBR is er verantwoordelijk voor dat iedereen die aan het verkeer deelneemt, voldoet aan de geschiktheidseisen. Dus ook diabetespatiënten. Om dit te bereiken, moeten we onderzoeken of een patiënt gezond genoeg is om te rijden. We doen er alles aan om te zorgen dat dit onderzoek zo min mogelijk impact heeft op het leven van diabetespatiënten. Hoe wij dit onderzoek doen, kunt u lezen bij wat een patiënt kan verwachten als hij of zij een rijbewijs aanvraagt.

De wetgeving maakt geen onderscheid tussen diabetes type 1 en 2. Dit betekent dat we van zowel mensen met diabetes type 1 als mensen met diabetes type 2 moeten bepalen of de diabetes risico’s veroorzaakt in het verkeer. Mensen die medicijnen gebruiken die hypo’s kunnen veroorzaken, hebben de meeste kans op onveilige situaties in het verkeer. Daarnaast kunnen complicaties aan ogen, bloedvaten of zenuwen gevaren opleveren tijdens het rijden.

Maak dus vooral patiënten met deze kenmerken bewust van de risico’s van diabetes. En geef ze handvatten waarmee ze zelf goed kunnen inschatten of ze veilig de weg op kunnen. U kunt ook lezen wat u kunt doen als uw patiënt diabetes krijgt en al een rijbewijs heeft.

Geschiktheidseisen

De regeling maakt onderscheid tussen diabetespatiënten die medicijnen gebruiken die hypo’s kunnen veroorzaken – zoals insuline, sulfonylureumderivaat of repaglinide – en patiënten die deze medicijnen niet gebruiken.

Eisen voor een auto- of motorrijbewijs

Uw patiënt gebruikt medicijnen die hypo’s kunnen veroorzaken

Als patiënten medicijnen gebruiken die hypo’s kunnen veroorzaken, krijgen ze een rijbewijs als ze voldoen aan alle 4 de voorwaarden:

  1. ze voelen hypo’s goed aankomen
  2. ze gaan adequaat om met hypo’s
  3. ze worden geregeld gecontroleerd door een diabetesdeskundige
  4. ze hebben geen complicaties als gevolg van diabetes, bijvoorbeeld aan ogen, bloedvaten of zenuwen

Als een patiënt vaak ernstige hypo’s heeft terwijl hij of zij wakker is, is deze persoon 3 maanden niet rijgeschikt na de laatste ernstige hypo.

Het rijbewijs van mensen met diabetes is maximaal 5 jaar geldig. We kijken elke 5 jaar opnieuw of de patiënt nog veilig de weg op kan. En elke 10 jaar is er een oogonderzoek nodig.

Uw patiënt gebruikt geen medicijnen die hypo’s kunnen veroorzaken

Patiënten die geen medicijnen gebruiken die hypo’s kunnen veroorzaken, kunnen ook worden goedgekeurd voor maximaal 5 jaar. Iedere 10 jaar is een rapport van een oogarts noodzakelijk. Dit geldt als ze geen complicaties hebben als gevolg van diabetes aan ogen, bloedvaten of zenuwen.

Eisen voor een groot rijbewijs

Als mensen met diabetes een vrachtwagen of bus willen besturen, gelden er andere regels.

Uw patiënt gebruikt medicijnen die hypo’s kunnen veroorzaken

Als patiënten medicijnen gebruiken die hypo’s kunnen veroorzaken, krijgen ze een groot rijbewijs als ze voldoen aan alle 6 de voorwaarden:

  1. ze hebben geen ernstige hypo gehad in het afgelopen jaar. Een hypo is ernstig als iemand hulp nodig heeft. Bijvoorbeeld bij het op peil brengen van de bloedglucosewaarde
  2. ze kennen de risico’s van een hypo
  3. ze voelen hypo’s goed aankomen en reageren hier adequaat op door de bloedglucosewaarde op peil te brengen
  4. ze controleren de bloedglucosewaarde minstens 2 keer per dag en op relevante momenten
  5. ze controleren de bloedglucosewaarde in pauzes van een rit, en als ze een hypo voelen aankomen tijdens een rit
  6. er zijn geen ernstige complicaties als gevolg van diabetes

Als iemand vaak ernstige hypo’s heeft terwijl hij of zij wakker is, dan is deze persoon 3 maanden niet rijgeschikt na de laatste ernstige hypo.

Het groot rijbewijs is maximaal 3 jaar geldig. Elke 3 jaar onderzoekt een internist of de patiënt nog veilig kan rijden. En elke 5 jaar onderzoekt een oogarts de patiënt.

Uw patiënt gebruikt geen medicijnen die hypo’s kunnen veroorzaken

Patiënten die geen medicijnen gebruiken die hypo’s kunnen veroorzaken, kunnen ook worden goedgekeurd voor maximaal 5 jaar. Iedere 10 jaar is een rapport van een oogarts noodzakelijk. Dit geldt als ze geen complicaties hebben als gevolg van diabetes aan ogen, bloedvaten of zenuwen.