Voorlichten over rijden met dementie

Wat u kunt doen

Als arts, verpleegkundige, casemanager of andere zorgverlener bent u een belangrijk aanspreekpunt voor mensen met dementie. U kunt patiënten wijzen op de risico’s van dementie in het verkeer. Denkt u dat het niet verstandig is voor uw patiënt om nog te rijden? Adviseer hem of haar dan om te stoppen met rijden. Als uw patiënt lichte dementie heeft en wil weten of hij of zij kan blijven rijden, kunt u uw patiënt aanraden om dementie te melden bij het CBR. U kunt uw patiënten ook wijzen op de informatie voor dementiepatiënten.

Praten over dementie en autorijden

Ga met uw patiënt in gesprek over rijden en dementie. Vertel hem of haar over de risico’s van dementie in het verkeer. En de regels die er daarom zijn voor rijden met dementie. Dit is niet altijd een makkelijk gesprek om te voeren: patiënten vinden vaak dat ze nog goed kunnen rijden, of ontkennen hun dementie zelfs.

Het kan helpen om de Rij Bewust Test erbij te pakken, waarmee mensen hun rijvaardigheid zelf kunnen inschatten. Als uw patiënt de test doet, krijgt hij of zij een advies. U kunt dit advies samen bespreken.

Alert blijven of rijden nog verstandig is

Probeer altijd in de gaten te houden of het nog verstandig is voor patiënten om te rijden. Denkt u dat de dementie te veel negatieve invloed heeft op de rijvaardigheid? Raad uw patiënt dan aan om te stoppen met rijden.

Misschien vindt uw patiënt het zelf niet nodig om te stoppen met rijden. Dan is het belangrijk dat u vertelt wat uw patiënt moet doen en waarom. Vertel bijvoorbeeld wat de risico’s zijn van blijven rijden.

Vertellen wanneer uw patiënt dementie meldt bij het CBR

Heeft uw patiënt beginnende of lichte dementie en wil hij of zij weten of rijden nog kan? Raad uw patiënt dan aan om een Gezondheidsverklaring in te vullen. Hierop geeft uw patiënt aan dat hij of zij dementie heeft. Het CBR gaat vervolgens onderzoeken of iemand nog veilig de weg op kan.

In gesprek gaan met familieleden

Adviseer uw patiënt om met mensen in hun omgeving te praten over dementie en autorijden. Familieleden of vrienden van mensen met dementie spelen een belangrijke rol als het gaat om dementie en autorijden. Zij maken zich misschien zorgen of het nog verstandig is om te rijden en gaan hierover in gesprek met uw patiënt.

Bij mensen met dementie kan dit voor frustraties zorgen. Daarom raden we familieleden aan om ook de arts erbij te betrekken. Het kan dus zijn dat de sociale omgeving van patiënten u om advies vraagt.

Helpen bij praktische zaken

Als iemand dementie heeft, komt er veel op hem of haar af. Behalve bezorgde familieleden en verminderde zelfstandigheid ook praktische zaken. Misschien komen patiënten bijvoorbeeld naar u toe met vragen over de beoordeling van het CBR. U kunt samen doornemen hoe het CBR bepaalt of uw patiënt nog veilig kan rijden. Het kan zijn dat uw patiënt vraagt of u formulieren wilt invullen die nodig zijn voor de beoordeling. Daarnaast is het voor patiënten verstandig om bij de verzekering te melden dat ze dementie hebben. U kunt uw patiënt hierop wijzen.

Zoeken naar andere vervoersmiddelen

Mag uw patiënt niet meer rijden? Dan kunt u hem of haar helpen bij het zoeken naar alternatieven. Er zijn bijvoorbeeld regelingen voor mensen met dementie die niet meer de weg op kunnen. Zoals vergoedingen voor bus- of taxiservices of taxidiensten gerund door vrijwilligers. Dit verschilt per gemeente.

Misschien kunnen familieleden of vrienden uw patiënt ergens naartoe brengen of kan uw patiënt met de fiets ergens naartoe. Volgens de wet mag iemand ook met een brommobiel of bromfiets rijden, maar dit raden we niet aan. De redenen dat autorijden onveilig is, gelden namelijk ook voor rijden op een brommobiel of bromfiets. Daarom adviseren we om naar andere vervoersmiddelen te zoeken.

In ernstige situaties: zelf melden bij het CBR

Heeft u een patiënt geadviseerd om te stoppen met rijden, maar blijft uw patiënt toch rijden? En maakt u zich hier zorgen over? Dan kunt u dit aan het CBR doorgeven. Doe dit alleen als u denkt dat er anders onveilige situaties in het verkeer ontstaan. U kunt vijf criteria voor melden bekijken om in te schatten of u uw beroepsgeheim wel of niet moet doorbreken.

Als u hulp nodig heeft: het CBR om advies vragen

Heeft u vragen over rijden en dementie, wilt u dilemma’s delen of wilt u advies over een patiënt? Dan kunt u altijd contact opnemen met het CBR op het nummer 088 227 63 00.