Voorlichten over rijden met ADHD of ADD

Autorijden met ADHD of ADD

Mensen met ADHD of ADD hebben in meer of minder mate last van aandachtstoornissen en concentratieproblemen. Daardoor kan autorijden lastig zijn. In het verkeer is het belangrijk alert te zijn en de juiste beslissingen te nemen. Ook kan impulsief gedrag veilig autorijden negatief beïnvloeden. Als zorgverlener is het belangrijk om te vertellen wat de risico’s zijn van ADHD of ADD in combinatie met risicofactoren zoals angststoornissen, depressieve stoornissen of persoonlijkheidsstoornissen.

Wat zijn de risicofactoren voor patiënten met ADHD of ADD?

De risico’s voor rijden met ADHD of ADD zijn voor iedereen anders. Als zorgverlener is het belangrijk om te weten wat de risicofactoren zijn voor patiënten met ADHD of ADD:

  • Sneller afgeleid zijn en impulsief gedrag.
  • Voorgeschiedenis van ongelukken in het verkeer. Bijvoorbeeld met letsel of veel schade.
  • Gebruik van (psycho)farmaca: het gebruik van verschillende soorten medicatie (buiten de ADHD medicatie).
  • Gebruik van sederende medicatie, met name benzodiazepinen of antidepressiva.
  • De combinatie van ADHD of ADD en andere gezondheidsproblemen. Bijvoorbeeld angststoornissen, depressie of persoonlijkheidsstoornissen.
  • Misbruik van alcohol of drugs.
  • Medicatie niet trouw innemen of weigeren.

Twijfelt u of uw patiënt veilig kan rijden? Omdat de symptomen erger worden of er iets verandert in de medische situatie? Bespreek dan samen of het nog verstandig is om te rijden. Heeft ADHD of ADD te veel negatieve invloed op het rijden? Raad uw patiënt dan aan om te tijdelijk stoppen met rijden of om de medicatie beter af te stellen. Of adviseer hem of haar om de Gezondheidsverklaring in te vullen. Als het CBR beoordeelt dat uw patiënt geschikt is om te rijden, weet uw patiënt zeker dat hij of zij veilig en verantwoord aan het verkeer kan deelnemen.