Case stukgoed
Vraag 1
Met een trekker met koeloplegger wordt vervoerd:
UN 3115 Organisch peroxide type D, vloeibaar, met temperatuurbeheersing (Diacetylperoxide 25%).
Welke verpakking is voor deze peroxide toegestaan?
A. Vaten met kenmerk 1H1/Y/200/05 20/B/CCV123.
B. IBC’s met kenmerk 31HA1/X/05 20/D/CCV123/1.000/500.
C. Vaten met kenmerk 1A1/X 1.3/250/20/NL/CCV123.
Juiste antwoord: A
Vraag 2
Met een trekker met koeloplegger wordt vervoerd:
UN 3115 Organisch peroxide type D, vloeibaar, met temperatuurbeheersing (Diacetylperoxide 25%).
Het laadvermogen van de trekker met oplegger is 25.000 kg. Wat is de maximale hoeveelheid van deze stof die daarmee vervoerd mag worden?
A. 20.000 kg.
B. 10.000 kg.
C. 25.000 kg.
Juiste antwoord: A
Vraag 3
Met een trekker met koeloplegger wordt vervoerd:
UN 3115 Organisch peroxide type D, vloeibaar, met temperatuurbeheersing (Diacetylperoxide 25%).
Het organisch peroxide wordt gebruikt als harder. Mag het als meercomponentensysteem gezamenlijk worden verpakt met UN 1294 Tolueen?
A. Dat is toegestaan.
B. Gezamenlijk verpakken is alleen toegestaan met ongevaarlijke stoffen.
C. Gezamenlijk verpakken met andere, gevaarlijke- of ongevaarlijke, stoffen is niet toegestaan.
Juiste antwoord: A
Vraag 4
Met een trekker met koeloplegger wordt vervoerd:
UN 3115 Organisch peroxide type D, vloeibaar, met temperatuurbeheersing (Diacetylperoxide 25%).
In de gebruikte koeloplegger worden ook verpakte levensmiddelen vervoerd. Welke regels gelden voor de stuwage?
A. Het organisch peroxide moet gemakkelijk bereikbaar zijn en niet op de levensmiddelen worden gestapeld.
B. Samenladen met levensmiddelen in één laadruimte is niet toegestaan.
C. Het organisch peroxide moet gemakkelijk bereikbaar zijn en door een afstand van tenminste 80 cm gescheiden worden gehouden van de levensmiddelen.
Juiste antwoord: A
Vraag 5
Met een trekker met koeloplegger wordt vervoerd:
UN 3115 Organisch peroxide type D, vloeibaar, met temperatuurbeheersing (Diacetylperoxide 25%).
Tijdens het transport blijkt dat één van de verpakkingen heeft gelekt. Bij welke hoeveelheid gelekte stof moet dit volgens het ADR worden gerapporteerd?
A. Bij 50 liter of meer.
B. Bij 333 liter of meer.
C. Bij elke hoeveelheid.
Juiste antwoord: A
Case tank
Vraag 1
In een trekker met huifoplegger worden 4 transporttanks vervoerd. Ze hebben elk een inhoud van 2.800 liter en zijn gevuld met UN 1079 Zwaveldioxide.
Welk ADR-opleidingscertificaat moet de chauffeur van de transporteenheid hebben?
A. ADR-basis.
B. ADR-tank.
C. ADR-basis en tank.
Juiste antwoord: A
Vraag 2
In een trekker met huifoplegger worden 4 transporttanks vervoerd. Ze hebben elk een inhoud van 2.800 liter en zijn gevuld met UN 1079 Zwaveldioxide.
Wat is de juiste kenmerking en etikettering van de transporteenheid?

Juiste antwoord: A
Vraag 3
In een trekker met huifoplegger worden 4 transporttanks vervoerd. Ze hebben elk een inhoud van 2.800 liter en zijn gevuld met UN 1079 Zwaveldioxide.
De tanks hebben een diameter van 1,2 m. Wat is de maximaal toegestane bedrijfsdruk van deze tanks?
A. 11,6 bar.
B. 8,5 bar.
C. 7,6 bar.
Juiste antwoord: A
Vraag 4
In een trekker met huifoplegger worden 4 transporttanks vervoerd. Ze hebben elk een inhoud van 2.800 liter en zijn gevuld met UN 1079 Zwaveldioxide.
UN 1079 Zwaveldioxide heeft een kritische temperatuur van 157,5 °C. In welke vorm wordt dit gas in de tanks vervoerd?
A. Onder lage druk vloeibaar gemaakt.
B. Samengeperst.
C. Onder hoge druk in een vloeistof opgelost.
Juiste antwoord: A
Vraag 5
In een trekker met huifoplegger worden 4 transporttanks vervoerd. Ze hebben elk een inhoud van 2.800 liter en zijn gevuld met UN 1079 Zwaveldioxide.
Aan welk type voertuig moet zowel de trekker als de oplegger voldoen?
A. Aan geen enkel type.
B. Aan een type FL-voertuig.
C. Aan een type AT-voertuig.
Juiste antwoord: A