1. Algemeen
-
1.1 Nieuwe structuur
Dit toelichtingsdocument is opgesteld als aanvulling op de exameneisen bij de nieuwe theorie-examens voor het rijbewijs en de vakbekwaamheid D1 en D.
De nieuwe theorie-examens D1 en D worden vanaf 1 juli 2023 afgenomen. Deze examens zijn beter toegespitst op de verschillende groepen bestuurders, zoals bijvoorbeeld de beroepschauffeurs en de bestuurders die privé het rijbewijs willen gebruiken. Daarnaast zijn de examens gesplitst van de theorie-examens voor de vrachtauto. Er is geen ‘gedeeld’ examen meer, zoals voorheen RV1 Verkeer en Techniek.
Privégebruik rijbewijs
Voor bestuurders die het rijbewijs D1 of D privé willen gebruiken, is met de structuurwijziging het aantal theorie-examens teruggebracht naar één examen (in plaats van twee RV1(L) en R/V2D.
Beroepschauffeur
De beroepschauffeur heeft uiteraard voor de uitoefening van zijn beroep meer kennis nodig dan degene die het rijbewijs privé wil gebruiken. Bij de vakbekwaamheidsmodules is daarom vooral de aansluiting op de beroepspraktijk verbeterd. Dit is in alle onderdelen terug te zien, maar met name in de onderwerpen Techniek. Bij de nieuwe theorie-examens wordt ook meer aandacht besteed aan de elektrische voertuigen en de sociale vaardigheden die een chauffeur nodig heeft voor de uitoefening van zijn beroep.
Wetgeving
De verschillende examenmodules zijn ingedeeld op basis van de relevante wetgeving. Dat wil zeggen dat in Module 1 alle verplichte onderwerpen uit de Derde Rijbewijsrichtlijn zijn opgenomen. In Module 2 en 3 worden de verplichte onderwerpen uit de Richtlijn Vakbekwaamheid getoetst. Waar van toepassing is in de exameneisen nu ook het wetsartikel opgenomen.
Volgorde
In Module 1 wordt de basis gelegd voor Module 2 en 3. In Module 2 en 3 zit een verdieping van de lesstof voor de beroepschauffeur. Daarom is er ook voor gekozen dat Module 1 verplicht behaald moet zijn voordat Module 2 en 3 afgenomen kunnen worden. Kandidaten kunnen zelf de volgorde bepalen waarin ze Module 2 en 3 willen doen.
Inhoud
Ten opzichte van de oude structuur zijn de onderwerpen opnieuw ingedeeld. In onderstaande tabel is aangegeven waar de verschillende onderwerpen uit de oude structuur terug te vinden zijn in de nieuwe structuur.
Examen in oude structuur Onderwerp Examen nieuwe structuur Hoe RV1(D) Verkeer (eindterm 1 t/m 6) RVM1-D(1) Volledig Techniek (eindterm 7 t/m 11) RVM1-D(1) Basis, gericht op relevante veiligheidsaspecten voor alle chauffeurs Techniek (eindterm 7 t/m 11) VM2-D Herhaling, verdieping voor beroepschauffeurs ook op elektrische voertuigen R2D Administratie RVM1-D(1) Basis, gericht op bestuurders die het rijbewijs privé gebruiken V2D/V3D Administratie (eindterm 1 t/m 3) RVM1-D(1) Gelijk aan huidige toetsing Administratie (eindterm 4,5, 7 t/m 9) VM3-D Volledig Administratie (eindterm 6) VM2-D Vervoer van passagiers en lading, wettelijke eisen blijven in VM3-D. Toelichting op nieuwe indeling
Module 1
In Module 1 worden de onderwerpen getoetst die relevant zijn voor alle bestuurders met een rijbewijs D1 of D, dus zowel voor privégebruik als voor beroepsuitoefening. De nadruk in deze module ligt op het onderdeel Verkeer. In dit deel worden geen vragen gesteld die specifiek over andere rijbewijscategorieën gaan, omdat dit niet relevant is voor de chauffeur. Wel kunnen overkoepelende zaken waar de chauffeur mee te maken krijgt getoetst worden. Ook onderwerpen als kennis van maatregelen na ongevallen, veiligheidseisen en alcohol- en medicijngebruik zijn relevant voor alle bestuurders en nu opgenomen in deze module.
Op basis van de Derde Rijbewijsrichtlijn worden in Module 1 ook onderwerpen Techniek, Vervoer van passagiers en lading en Administratie getoetst. Deze onderwerpen worden relatief ‘hoog over’ getoetst, waarbij aangesloten wordt bij de kennis die voor privégebruik nodig is of verplicht is vanuit wetgeving. Voor de beroepschauffeur volgt in de vakbekwaamheidsmodules de verdieping op deze onderwerpen.
Module 2
In Module 2 wordt de verdieping op de onderwerpen Techniek en Vervoer van passagiers en lading getoetst. Voor wat betreft Techniek wordt beter aangesloten op de beroepspraktijk, waarbij uiteraard wel wordt getoetst op basis van de geldende wetgeving. Er is gekeken naar wat een chauffeur met de huidige technische ontwikkelingen zelf nog mag en kan doen. De focus ligt daarom op het bekend zijn met de werking van verschillende systemen. Dit is vanwege onderhoud en storingen wel van belang om te weten, maar kan op een minder gedetailleerd niveau getoetst worden dan voorheen. Daarnaast ligt de nadruk op preventief onderhoud, (rijklaar) controles en de bestuurderondersteunende systemen. Ten opzicht van de theorie-examens voor de vrachtauto wordt meer aandacht besteed aan de werking en het gebruik van elektrische voertuigen. Dit vanwege de relevantie in met name het Openbaar Vervoer.
Het onderdeel Vervoer van passagiers en lading is uitgebreid ten opzichte van de oude examens. Er wordt meer aandacht besteed aan de sociale vaardigheden die een chauffeur nodig heeft voor een goede uitoefening van zijn beroep. De wettelijke verplichtingen met betrekking tot het vervoer van passagiers worden getoetst in Module 3, de manier waarop een chauffeur dit uitvoert wordt getoetst in Module 2.
Module 3
In Module 3 wordt de verdieping op Administratie getoetst. Dit onderwerp komt maar zeer beperkt terug in Module 1. De nadruk ligt hierbij op de rij- en rusttijden, de tachograaf en de verschillende relevante documenten.
Naast het deel Administratie worden in deze module ook de onderwerpen Gezondheid en Veiligheid, en Branche en Bedrijf getoetst.
Vervolg toelichtingsdocument
Dit toelichtingsdocument vervolgt hierna met een korte toelichting op de taxonomie van deze examens, gevolgd door een overzicht van de verschillende vraagsoorten die in deze examens gebruikt worden.
Daarna volgt de toelichting op een aantal toetstermen uit de verschillende modules.
-
1.2 Taxonomie
CBR/CCV gebruikt voor deze theorie-examens de taxonomiecode van Romiszowski. Bij bijvoorbeeld de nascholing voor de code 95 wordt het KIT model gebruikt.
Zie voor de vergelijking van beide modellen onderstaande tabel.
KIT model Taxonomie Romiszowski Omschrijving Kennis F (feitelijke kennis) Iets weten, herinneren, herkennen. Bijv. Voordat je afslaat moet je in je spiegels kijken en richting aangeven. Inzicht B (begripsmatige kennis) Iets kunnen uitleggen, samenvatten, interpreteren. Bijv. Voordat je afslaat moet je in je spiegels kijken en richting aangeven, zodat jij ziet of je veilig kunt afslaan en andere weggebruikers kunnen zien wat jij van plan bent. Toepassing R (reproductieve vaardigheden) Eenvoudige handelingen, standaardprocedures uitvoeren. Bijv. Daadwerkelijk afslaan door de handelingen uit te voeren (kijken, richting aangeven, insturen, etc. P (productieve vaardigheden) Een bekende (combinatie van) handeling(en) toepassen in nieuwe situaties. Bijv. Op basis van het in Nederland geleerde tijdens een rit in het VK veilig afslaan, rekeninghoudend met het verkeer dat daar standaard links rijdt i.p.v. rechts. De toetstermen van de examens voor het rijbewijs en de vakbekwaamheid D1 en D hebben voornamelijk een feitelijke of begripsmatige taxonomie. Een klein aantal onderwerpen kan op een reproductief niveau getoetst worden.
-
1.3 Vraagsoorten
Naast de standaard meerkeuzevraag worden in deze examens ook andere vraagsoorten ingezet. Per onderwerp en vraag wordt beoordeeld met welke vraagsoort de specifieke kennis het best getoetst kan worden.
Hieronder ziet u een overzicht van de gebruikte vraagsoorten:
(Single) sleepvraag
Kandidaat sleept een vinkje of een getal naar een plaatje.
Voorbeelden:
- Voorrangsvragen zoals ‘wie mag er eerst’
- Voorrangsvragen zoals ‘wat is de juiste volgorde van voor laten gaan’
- Aanwijzen van onderdelen in een motorblokInvulvraag
Kandidaat vult een getal of een woord in, in een zin.
Voorbeelden:
- Vragen waar gevraagd wordt naar een snelheid zoals 80 km
- Vragen waar gevraagd wordt naar een gewicht
- Vragen waar gevraagd wordt naar een periode zoals aantal uur irt de rijtijden
- Vragen over geldigheid van documenten
- Vragen over leeftijden
- Vragen over nascholingHotspot
Kandidaat kiest in 1 afbeelding of uit meerdere afbeeldingen door deze aan te klikken.
Voorbeelden:
- Betekenis van borden
- Aanwijzen van onderdelen in een motorblok
- Vragen over het invullen van de vrachtbriefJa/nee-vragen
Kandidaat kiest uit de antwoorden ‘Ja’ of ‘Nee’ (i.p.v. drie antwoordmogelijkheden).
Voorbeelden:
- Vragen over verplichting vrachtbrief
- Vragen over verplichting documenten
- Vragen over alcohol en medicijnen
- etc.Multiple response
Kandidaat kiest uit een selectie 1 of meerdere antwoorden.
Voorbeelden:
- Vragen over controlerende instanties
- Vragen over documenten die een kandidaat bij zich moet hebben
- Vragen over tot stand komen cao
- Vragen over arbowetgevingMatrixvraag
Kandidaat moet aangeven of de in een tabel gegeven twee variabelen in combinatie goed/fout zijn.
Voorbeeld:
- Vragen over welk type vering is afgebeeld
2. RVM1-D(1)
-
2.1 Bordenboek
In toetsterm 1.8 is nu ook het Bordenboek opgenomen. In de examens kan worden getoetst op de landelijk standaard gebruikte onderborden. Voorbeelden hiervan zijn ‘einde vluchtstrook’ en onderborden met tijdsbepalingen. -
2.2 Tunnels
In het examen RVM1-D(1), toetsterm 1.22, kunnen vragen worden gesteld over de risico’s als gevolg van weg-, zicht- en weersomstandigheden en hoe het gedrag hieraan aangepast moet worden (toetsterm 1.4 RV1). Een van de onderwerpen in de afbakening is ‘Tunnels’. Bij vragen over tunnels maakt het CBR gebruik van de informatie zoals aangegeven door Rijkswaterstaat. Hierbij kan ook gebruik worden gemaakt van de informatie uit de Factsheet Veilig rijden in autotunnels voorberoepschauffeurs. -
2.3 Maatregelen na ongevallen
In toetsterm 1.25 worden de maatregelen na ongevallen getoetst. Hiervoor wordt o.a. PAMAN gebruikt. In de exameneisen is dit onderdeel ten opzichte van de oude examens deels aangepast. De focus van de aanpassing ligt op het onderdeel Markeren. Het is van belang dat chauffeurs het onderdeel Markeren niet meer zien als de plaats van het ongeval markeren door het voertuig dwars op de weg te zetten. Als in de examens wordt gesproken over Markeren, wordt hier o.a. bedoeld het voeren van waarschuwingslichten en (indien noodzakelijk) het gebruik van de gevarendriehoek. Het is daarnaast vooral van belang dat de chauffeur afhankelijk van de situatie kan bepalen wie hij moet bellen (hulpdiensten of werkgever) en dan kan aangeven op welke locatie hij staat (door bijvoorbeeld het goed kunnen lezen van hectometerborden). -
2.4 Topografie
Met de nieuwe toetsterm 1.27 in het examen RVM1-D(1) wordt de globale, relevante topografische getoetst. Kandidaten worden niet getoetst op de exacte ligging van plaatsen, wegen, knooppunten etc. Wel wordt deze algemene topografische kennis als bekend verondersteld. Bij de vraag wordt (een deel van) de kaart van Nederland getoond. Met behulp van deze kaart kunnen kandidaten de vraag beantwoorden. Een voorbeeld hiervan is dat in een vraag gesteld kan worden dat een chauffeur onderweg is van Amsterdam naar Rotterdam. Hij hoort dan op de radio dat de A4 vanaf Rijswijk afgesloten is. Gevraagd kan worden welke alternatieve route hij dan het beste kan kiezen. In dit voorbeeld hoeft niet exact aangegeven te worden welke plaats waar ligt, maar een kandidaat moet wel globaal weten waar welke belangrijke wegen, plaatsen, knooppunten, verkeersbruggen en verkeerstunnels liggen. Met deze achtergrondkennis kan de kandidaat de beste alternatieve route bepalen.
Onderstaande kaart (of een deel hiervan) wordt gebruikt in de examenvragen:
Verwacht wordt dat kandidaat kennis heeft van het onderstaande:- De opbouw van het Nederlandse wegennet (NBd bebording).
- De ligging van de volgende autosnelwegen: A1, A2, A4, A5, A6, A7, A9, A10, A12, A13, A15, A16, A20, A22, A27, A28, A44, A50, A58, A59 en A67.
- De volgende verkeersknooppunten:
Provincie Verkeersknooppunt Wegen Gelderland Ewijk A50 / A73 / N322 Gelderland Hattemerbroek A28 / A50 / N50 Noord-Brabant Batadorp A2 / N2 / A58 Noord-Brabant Hooipolder A27 / A59 Noord-Brabant Klaverpolder A16 / A17 / A59 Noord-Brabant Leenderheide A2 / N2 / A67 Leenderweg Noord-Brabant Markiezaat A4 / A58 Noord-Brabant Zonzeel A16 / A59 Noord-Holland Amstel A2 / A10 / S110 Noord-Holland Badhoevedorp A4 / A9 Noord-Holland Burgerveen A4 / A44 Noord-Holland Coenplein A5 / A8 / A10 Noord-Holland De Nieuwe Meer A4 / A10 Noord-Holland Holendrecht A2 / A9 Noord-Holland Muiderberg A1 / A6 Noord-Holland Rottepolderplein A9 / A200 / N205 Noord-Holland Watergraafsmeer A1 / A10 Utrecht Eemnes A1 / A27 Utrecht Everdingen A2 / A27 Utrecht Hoevelaken A1 / A28 Utrecht Lunetten A12 / A27 Utrecht Oudenrijn A2 / A12 Zuid-Holland Benelux A4 / A15 Zuid-Holland Bodegraven A12 / N11 Zuid-Holland Gorinchem A15 / A27 Zuid-Holland Gouwe A12 / A20 Zuid-Holland Hellegatsplein A29 / N59 Zuid-Holland Kethelplein A4 / A20 Zuid-Holland Kleinpolderplein A13 / A20 Zuid-Holland Prins Clausplein A4 / A12 Zuid-Holland Terbregseplein A16 / A20 Zuid-Holland Ypenburg A4 / A13 Laan van Delfvliet Verkeersbruggen Verkeerstunnels A1 Brug Muiden A2 Leidsche Rijntunnel A2 Jan Blankenbrug A4 Beneluxtunnel A6 Hollandsebrug A4 Schipholtunnel A6 Ketelbrug A4 Ketheltunnel A16 Van Brienenoordbrug A9 Wijkertunnel A16 Moerdijkbrug A10 Coentunnel A27 Hagensteinsebrug A10 Zeeburgertunnel A28 Nieuwe IJsselbrug A15 Noordtunnel A15 Botlektunnel A16 Drechttunnel A22 Velsertunnel A29 Heinenoordtunnel A58 Vlaketunnel A73 Tunnel Swalmen A73 Roertunnel -
2.5 Symbolen dashboard
In het examen RVM1-D(1), toetsterm 2.2, en het examen VM2-D, toetsterm 3.5, maakt het CBR gebruik van NEN ISO-norm 2575:2021 (Wegvoertuigen – Symbolen voor bedieningsorganen, meters en verklikkerlichten).
Symbool Betekenis Kleur B.01 Storing remsysteem rood Symbool Betekenis Kleur B.02 Parkeerrem ingeschakeld rood Symbool Betekenis Kleur B.03 Brake system, first circuit; Remsysteem, eerste circuit rood Symbool Betekenis Kleur B.04 Brake system, second circuit; Remsysteem, tweede circuit rood Symbool Betekenis Kleur B.05 Storing antiblokkeerremsysteem geel Symbool Betekenis Kleur B.06 Antiblokkeerremsysteem, volgwagen geel Symbool Betekenis Kleur B.08 Antiblokkeerremsysteem uit of niet beschikbaar, volgwagen geel Symbool Betekenis Kleur B.17 Storing retarder; Retarder failure geel Symbool Betekenis Kleur B.20 Hellingrem functie Symbool Betekenis Kleur C.05 Niveau ruitensproeiervloeistof geel Symbool Betekenis Kleur D.01 Aircosysteem wit Symbool Betekenis Kleur D.03 Verwarming; Interior heating, heater wit Symbool Betekenis Kleur F.01 Storing motor en/of emissiesysteem geel/rood Symbool Betekenis Kleur F.02 Storing boorddiagnosesysteem of motor geel Symbool Betekenis Kleur F.03 Motorkoelmiddeltemperatuur rood Symbool Betekenis Kleur F.04 Oliedruk te laag rood Symbool Betekenis Kleur F.05 Temperatuur motorolie rood Symbool Betekenis Kleur F.06 Niveau motorolie geel Symbool Betekenis Kleur F.10 Gloei-element actief geel Symbool Betekenis Kleur F.15 Engine coolant level; Niveau motorkoelvloeistof rood Symbool Betekenis Kleur F.21 Engine emission filter; Roetfilter geel/rood/groen Symbool Betekenis Kleur F.22 Engine emission system failure; Motoremissiesysteem defect rood Symbool Betekenis Kleur F.24 Nox reduction agent Symbool Betekenis Kleur F.25 Engine status information Symbool Betekenis Kleur F.26 Zeer hoge uitlaatgastemperatuur tijdens de regeneratie geel Symbool Betekenis Kleur G.10 Water in brandstof(filter) geel Symbool Betekenis Kleur H.05 Problemen met automatische versnellingsbak of aandrijfsysteem Noodloop rood Symbool Betekenis Kleur H.07 Temperatuur olie in de versnellingsbak rood Symbool Betekenis Kleur I.08 Storing differentieel achter geel Symbool Betekenis Kleur J.01 Steering circuit, number 1 Symbool Betekenis Kleur J.02 Steering circuit, number 2 Symbool Betekenis Kleur J.03 Steering fluid level Symbool Betekenis Kleur J.04 Problemen met stuurbekrachtiging rood Symbool Betekenis Kleur J.06 Traction control Symbool Betekenis Kleur J.07 Traction control off or not available Symbool Betekenis Kleur J.12 Traction control failure Symbool Betekenis Kleur K.10 Lage bandenspanning geel Symbool Betekenis Kleur K.15 Forward collision warning system (FCWS); Waarschuwing aanrijding met voorligger Symbool Betekenis Kleur K.16 Lane departure warning system (LDWS) Symbool Betekenis Kleur K.25 Lane keeping assistance system groen (ingeschakeld)/ rood (uitgeschakeld Symbool Betekenis Kleur M.01 Acculading; Battery charging condition geel Symbool Betekenis Kleur M.02 Batterijspanning 24V te laag; Battery failure geel Symbool Betekenis Kleur M.03 Niveau accuvloeistof; Battery fluid level geel Symbool Betekenis Kleur M.05 Zekeringskast toegang; Fuse box access Symbool Betekenis Kleur M.06 Hoge spanning (contact met componenten met deze sticker vermijden); Caution, risk of electric shock geel Symbool Betekenis Kleur M.07 Verminderde capaciteit tractiebatterijen; State of charge propulsion battery geel Symbool Betekenis Kleur M.08 Te lage capaciteit. Breng voertuig tot stilstand om de niet relevante verbruikers uit te schakelen; Propulsion battery failure rood Symbool Betekenis Kleur M.09 Waarschuwing elektrische aandrijving; Storing elektrische aandrijving; Electric motor failure geel/rood Symbool Betekenis Kleur M.10 Externe kabel aangesloten; Externe oplaad storing; External cord connect groen/rood Symbool Betekenis Kleur M.14 Temperatuur aandrijfaccu hoog; Propulsion battery temperature geel Symbool Betekenis Kleur Niet ISO Storing in het deursysteem geel Symbool Betekenis Kleur Niet ISO Storing in het deursysteem rood
3. VM2-D
-
3.1 Rijhulpsystemen/ADAS
In het examen VM2-D wordt in toetsterm 4.1 het doel en het juiste gebruik van noodhulpsystemen, bestuurderondersteunende systemen en monitoringssystemen uitgelegd. Voor wat betreft de benaming van de verschillende systemen, wordt aangesloten bij het ADAS woordenboek van de ADAS Alliantie. Zie Symbolen dashboard in het toelichtingsdocument voor de relevante symbolen. -
3.2 Krachten
In toetsterm 5.2 stonden de krachten die op een voertuigwerken genoemd (massatraagheidskracht, centrifugaalkracht, gewichtskracht/zwaartekrach). Deze toetsterm is aangepast en vanaf nu zijn de bedoelde krachten opgenomen in dit document. -
3.3 Etiketten tanken
In toetsterm 2.3 staan de etiketten m.b.t. het tanken genoemd. Hiermee worden onderstaande etiketten bedoeld:
4. VM3-D
-
4.1 Incidentmanagement
In de Module 3 wordt in toetsterm 3.1 een verdieping van Module 1 opgenomen. Hierin wordt de beroepschauffeur getoetst over Incidentmanagement. Bij vragen over Incidentmanagement maakt het CBR onder andere gebruik van de informatie van Rijkswaterstaat. -
4.2 Brexit
Vanaf de invoering van de nieuwe theorie-examens kunnen weer vragen gesteld worden over ritten naar Engeland.