Service

Toelichting RVB theorie-examens RVM1-C(1), VM2-C, VM3-C

1. Algemeen

  • 1.1 Nieuwe structuur

    Dit toelichtingsdocument is opgesteld als aanvulling op de exameneisen bij de nieuwe theorie-examens voor het rijbewijs en de vakbekwaamheid C1 en C. De nieuwe theorie-examens worden vanaf 1 juli 2022 afgenomen. Deze examens zijn beter toegespitst op de verschillende groepen chauffeurs, zoals bijvoorbeeld de beroepschauffeurs en de bestuurders die privé het rijbewijs willen gebruiken (o.a. bestuurders van campers).

    Privégebruik rijbewijs

    Bestuurders die het rijbewijs C1 of C privé willen gebruiken, hebben hier uiteraard verschillende redenen voor. Een deel van de bestuurders wil het rijbewijs C gebruiken om privé een vrachtauto te mogen besturen en een deel van de bestuurders wil met het rijbewijs C1 een niet-tachograafplichtig voertuig besturen, zoals een camper. Met deze structuurwijziging is ook specifiek gekeken naar het toespitsen van de examens op deze groep bestuurders. Hiermee is het aantal theorie-examens voor deze groep teruggebracht naar één examen.

    Beroepschauffeur

    De beroepschauffeur heeft uiteraard voor de uitoefening van zijn beroep meer kennis nodig dan degene die het rijbewijs privé wil gebruiken. Bij de vakbekwaamheids modules is daarom vooral de aansluiting op de beroepspraktijk verbeterd. Dit is in alle onderdelen terug te zien, maar met name in de onderwerpen Techniek en Lading.

    Wetgeving

    De verschillende examenmodules zijn ingedeeld op basis van de relevante wetgeving. Dat wil zeggen dat in Module 1 alle verplichte onderwerpen uit de Derde Rijbewijs richtlijn zijn opgenomen. In Module 2 en 3 worden de verplichte onderwerpen uit de Richtlijn Vakbekwaamheid getoetst. Waar van toepassing is in de exameneisen nu ook het wetsartikel opgenomen.

    Volgorde

    In Module 1 wordt de basis gelegd voor Module 2 en 3. In Module 2 en 3 zit een verdieping van de lesstof voor de beroepschauffeur. Daarom is er ook voor gekozen dat Module 1 verplicht behaald moet zijn voordat Module 2 en 3 afgenomen kunnen worden. Kandidaten kunnen zelf de volgorde bepalen waarin ze Module 2 en 3 willen doen.

    Inhoud

    Ten opzichte van de oude structuur zijn de onderwerpen opnieuw ingedeeld. In onderstaande tabel is aangegeven waar de verschillende onderwerpen uit de oude structuur terug te vinden zijn in de nieuwe structuur.

    Examen in oude structuur Onderwerp Examen nieuwe structuur Hoe
    RV1 Verkeer (eindterm 1 t/m 6) RVM1-C(1) Volledig
    Techniek (eindterm 7 t/m 11) RVM1-C(1) Basis, gericht op relevante veiligheidsaspecten voor alle chauffeurs
    Techniek (eindterm 7 t/m 11) VM2-C Herhaling, gerelateerd aan lading, verdieping voor beroepschauffeurs
    R2C Administratie RVM1-C(1) Basis, gericht op bestuurders die het rijbewijs privé gebruiken
    V2C/V3C Administratie (eindterm 1 t/m 3) RVM1-C(1) Gelijk aan huidige toetsing
    Administratie (eindterm 4, 5, 7 t/m 9) VM3-C Volledig
    Administratie (eindterm 6) VM2-C Volledig

    Toelichting op nieuwe indeling


    Module 1

    In Module 1 worden de onderwerpen getoetst die relevant zijn voor alle bestuurders met een rijbewijs C1 of C, dus zowel voor privégebruik als voor beroepsuitoefening. De nadruk in deze module ligt op het onderdeel Verkeer. In dit deel worden geen vragen gesteld die specifiek over andere rijbewijscategorieën gaan, omdat dit niet relevant is voor de chauffeur. Wel kunnen overkoepelende zaken waar de chauffeur mee te maken krijgt getoetst worden. Ook onderwerpen als kennis van maatregelen na ongevallen, veiligheidseisen en alcohol- en medicijngebruik zijn relevant voor alle
    bestuurders en nu opgenomen in deze module.

    Op basis van de Derde Rijbewijsrichtlijn worden in Module 1 ook onderwerpen Techniek, Lading en Administratie getoetst. Deze onderwerpen worden relatief ‘hoog over’ getoetst, waarbij aangesloten wordt bij de kennis die voor privégebruik nodig is of verplicht is vanuit wetgeving. Voor de beroepschauffeur volgt in de vakbekwaamheidsmodules de verdieping op deze onderwerpen.

    Module 2

    In Module 2 wordt de verdieping op de onderwerpen Techniek en Lading getoetst. Voor wat betreft Techniek wordt beter aangesloten op de beroepspraktijk, waarbij uiteraard wel wordt getoetst op basis van de geldende wetgeving. Er is gekeken naar wat een chauffeur met de huidige technische ontwikkelingen zelf nog mag en kan doen. De focus ligt daarom op het bekend zijn met de werking van verschillende systemen. Dit is vanwege onderhoud en storingen wel van belang om te weten, maar kan op een minder gedetailleerd niveau getoetst worden dan voorheen. Daarnaast ligt de nadruk op preventief onderhoud, (rijklaar) controles en de bestuurderondersteunende systemen.

    Het onderdeel Lading is uitgebreid ten opzichte van de oude examens. Dit onderwerp is belangrijk vanwege de verkeersveiligheid en de economische gevolgen van niet goed zekeren. Kandidaten moeten onder andere aan de hand van een tabel kunnen bepalen hoeveel vastzetmiddelen zij mee moeten nemen. Hierbij is maar één variabele, de overige gegevens worden bij de vraag gegeven.

    Module 3

    In Module 3 wordt de verdieping op Administratie getoetst. Dit onderwerp komt maar zeer beperkt terug in Module 1. De nadruk ligt hierbij op de rij- en rusttijden, de tachograaf en de verschillende relevante documenten.

    Naast het deel Administratie worden in deze module ook de onderwerpen Gezondheid en Veiligheid, en Branche en Bedrijf getoetst.

    Vervolg toelichtingsdocument

    Dit toelichtingsdocument vervolgt hierna met een korte toelichting op de taxonomie van deze examens, gevolgd door een overzicht van de verschillende vraagsoorten die in deze examens gebruikt worden.

    Daarna volgt de toelichting op een aantal toetstermen uit de verschillende modules.

  • 1.2 Taxonomiecode

    CBR/CCV gebruikt voor deze theorie-examens de taxonomiecode van Romiszowski. Bij bijvoorbeeld de nascholing voor de code 95 wordt het KIT model gebruikt.

    Zie voor de vergelijking van beide modellen onderstaande tabel.

    KIT model Taxonomie Romiszowski Omschrijving
    Kennis F (feitelijke kennis) Iets weten, herinneren, herkennen. Bijv. Voordat je afslaat moet je in je spiegels kijken en richting aangeven.
    Inzicht B (begripsmatige kennis) Iets kunnen uitleggen, samenvatten, interpreteren. Bijv. Voordat je afslaat moet je in je spiegels kijken en richting aangeven, zodat jij ziet of je veilig kunt afslaan en andere weggebruikers kunnen zien wat jij van plan bent.
    Toepassing R (reproductieve vaardigheden) Eenvoudige handelingen, standaardprocedures uitvoeren. Bijv. Daadwerkelijk afslaan door de handelingen uit te voeren (kijken, richting aangeven, insturen, etc.
    P (productieve vaardigheden) Een bekende (combinatie van) handeling(en) toepassen in nieuwe situaties. Bijv. Op basis van het in Nederland geleerde tijdens een rit in het VK veilig afslaan, rekeninghoudend met het verkeer dat daar standaard links rijdt i.p.v. rechts.

    De toetstermen van de examens voor het rijbewijs en de vakbekwaamheid C1 en C hebben voornamelijk een feitelijke of begripsmatige taxonomie. Een klein aantal onderwerpen kan op een reproductief niveau getoetst worden.

  • 1.3 Vraagsoorten

    Naast de standaard meerkeuzevraag worden in deze examens ook andere vraagsoorten ingezet. Per onderwerp en vraag wordt beoordeeld met welke vraagsoort de specifieke kennis het best getoetst kan worden.

    Hieronder ziet u een overzicht van de gebruikte vraagsoorten:

    (Single) sleepvraag

    Kandidaat sleept een vinkje of een getal naar een plaatje.
    Voorbeelden:
    - Voorrangsvragen zoals ‘wie mag er eerst’
    - Voorrangsvragen zoals ‘wat is de juiste volgorde van voor laten gaan’
    - Aanwijzen van onderdelen in een motorblok

    Invulvraag

    Kandidaat vult een getal of een woord in, in een zin.
    Voorbeelden:
    - Vragen waar gevraagd wordt naar een snelheid zoals 80 km
    - Vragen waar gevraagd wordt naar een gewicht
    - Vragen waar gevraagd wordt naar een periode zoals aantal uur irt de rijtijden
    - Vragen over geldigheid van documenten
    - Vragen over leeftijden
    - Vragen over nascholing

    Hotspot

    Kandidaat kiest in 1 afbeelding of uit meerdere afbeeldingen door deze aan te klikken.
    Voorbeelden:
    - Betekenis van borden
    - Aanwijzen van onderdelen in een motorblok
    - Vragen over het invullen van de vrachtbrief

    Ja/nee-vragen

    Kandidaat kiest uit de antwoorden ‘Ja’ of ‘Nee’ (i.p.v. drie antwoordmogelijkheden).
    Voorbeelden:
    - Vragen over verplichting vrachtbrief
    - Vragen over verplichting documenten
    - Vragen over alcohol en medicijnen
    - etc.

    Multiple response

    Kandidaat kiest uit een selectie 1 of meerdere antwoorden.
    Voorbeelden:
    - Vragen over controlerende instanties
    - Vragen over documenten die een kandidaat bij zich moet hebben
    - Vragen over tot stand komen cao
    - Vragen over arbowetgeving

    Stellingvragen

    Kandidaat moet van twee stellingen aangeven welke juist en/of onjuist is
    Voorbeelden:
    - Mogelijk bij alle onderwerpen

    Matrixvraag

    Kandidaat moet aangeven of de in een tabel gegeven twee variabelen in combinatie goed/fout zijn.
    Voorbeeld:
    - Vragen over welk type vering is afgebeeld

2. RVM1-C(1)

  • 2.1 Regeling Voertuigen

    In de Regeling Voertuigen zijn vanaf 29 oktober 2021 een aantal aanvullingen opgenomen. Dit heeft betrekking op uitzonderingen in de afmetingen. Als hier vragen over gesteld worden, zal duidelijk aangegeven worden dat het om deze uitzonderingen gaat.
  • 2.2 Tunnels

    In het examen RVM1-C(1), toetsterm 1.22, kunnen vragen worden gesteld over de risico’s als gevolg van weg-, zicht- en weersomstandigheden en hoe het gedrag hieraan aangepast moet worden (toetsterm 1.4 RV1). Een van de onderwerpen in de afbakening is ‘Tunnels’. Bij vragen over tunnels maakt het CBR gebruik van de informatie zoals aangegeven door Rijkswaterstaat. Hierbij kan ook gebruik worden gemaakt van de informatie uit de Factsheet Veilig rijden in autotunnels voorberoepschauffeurs.
  • 2.3 Topografie

    Met de nieuwe toetsterm 1.27 in het examen RVM1-C(1) wordt de globale, relevante topografische getoetst. Kandidaten worden niet getoetst op de exacte ligging van plaatsen, wegen, knooppunten etc. Wel wordt deze algemene topografische kennis als bekend verondersteld. Bij de vraag wordt (een deel van) de kaart van Nederland getoond. Met behulp van deze kaart kunnen kandidaten de vraag beantwoorden. Een voorbeeld hiervan is dat in een vraag gesteld kan worden dat een chauffeur onderweg is van Amsterdam naar Rotterdam. Hij hoort dan op de radio dat de A4 vanaf Rijswijk afgesloten is. Gevraagd kan worden welke alternatieve route hij dan het beste kan kiezen.

    In dit voorbeeld hoeft niet exact aangegeven te worden welke plaats waar ligt, maar een kandidaat moet wel globaal weten waar welke belangrijke wegen, plaatsen, knooppunten, verkeersbruggen en verkeerstunnels liggen.

    Onderstaande kaart (of een deel hiervan) wordt gebruikt in de examenvragen:


    Verwacht wordt dat kandidaat kennis heeft van het onderstaande:

    • De opbouw van het Nederlandse wegennet (NBd bebording).
    • De ligging van de volgende autosnelwegen: A1, A2, A4, A5, A6, A7, A9, A10, A12, A13, A15, A16, A20, A22, A27, A28, A44, A50, A58, A59 en A67.
    • De volgende verkeersknooppunten:

    Provincie Verkeersknooppunt Wegen
    Gelderland Ewijk A50 / A73 / N322
    Gelderland Hattemerbroek A28 / A50 / N50
    Noord-Brabant Batadorp A2 / N2 / A58
    Noord-Brabant Hooipolder A27 / A59
    Noord-Brabant Klaverpolder A16 / A17 / A59
    Noord-Brabant Leenderheide A2 / N2 / A67 Leenderweg
    Noord-Brabant Markiezaat A4 / A58
    Noord-Brabant Zonzeel A16 / A59
    Noord-Holland Amstel A2 / A10 / S110
    Noord-Holland Badhoevedorp A4 / A9
    Noord-Holland Burgerveen A4 / A44
    Noord-Holland Coenplein A5 / A8 / A10
    Noord-Holland De Nieuwe Meer A4 / A10
    Noord-Holland Holendrecht A2 / A9
    Noord-Holland Muiderberg A1 / A6
    Noord-Holland Rottepolderplein A9 / A200 / N205
    Noord-Holland Watergraafsmeer A1 / A10
    Utrecht Eemnes A1 / A27
    Utrecht Everdingen A2 / A27
    Utrecht Hoevelaken A1 / A28
    Utrecht Lunetten A12 / A27
    Utrecht Oudenrijn A2 / A12
    Zuid-Holland Benelux A4 / A15
    Zuid-Holland Bodegraven A12 / N11
    Zuid-Holland Gorinchem A15 / A27
    Zuid-Holland Gouwe A12 / A20
    Zuid-Holland Hellegatsplein A29 / N59
    Zuid-Holland Kethelplein A4 / A20
    Zuid-Holland Kleinpolderplein A13 / A20
    Zuid-Holland Prins Clausplein A4 / A12
    Zuid-Holland Terbregseplein A16 / A20
    Zuid-Holland Ypenburg A4 / A13 Laan van Delfvliet
    Verkeersbruggen Verkeerstunnels
    A1 Brug Muiden A2 Leidsche Rijntunnel
    A2 Jan Blankenbrug A4 Beneluxtunnel
    A6 Hollandsebrug A4 Schipholtunnel
    A6 Ketelbrug A4 Ketheltunnel
    A16 Van Brienenoordbrug A9 Wijkertunnel
    A16 Moerdijkbrug A10 Coentunnel
    A27 Hagensteinsebrug A10 Zeeburgertunnel
    A28 Nieuwe IJsselbrug A15 Noordtunnel
    A15 Botlektunnel
    A16 Drechttunnel
    A22 Velsertunnel
    A29 Heinenoordtunnel
    A58 Vlaketunnel
    A73 Tunnel Swalmen
    A73 Roertunnel
  • 2.4 Symbolen dashboard

    In het examen RVM1-C(1), toetsterm 2.1, en het examen VM2-C, toetsterm 3.5, maakt het CBR gebruik van NEN ISO-norm 2575:2021 (Wegvoertuigen – Symbolen voor bedieningsorganen, meters en verklikkerlichten).


    Symbool Betekenis Kleur
    B.01 Storing remsysteem rood

    Symbool Betekenis Kleur
    B.02 Parkeerrem ingeschakeld rood

    Symbool Betekenis Kleur
    B.03 Brake system, first circuit; Remsysteem, eerste circuit rood

    Symbool Betekenis Kleur
    B.04 Brake system, second circuit; Remsysteem, tweede circuit rood

    Symbool Betekenis Kleur
    B.05 Storing antiblokkeerremsysteem geel

    Symbool Betekenis Kleur
    B.06 Antiblokkeerremsysteem, volgwagen geel

    Symbool Betekenis Kleur
    B.08 Antiblokkeerremsysteem uit of niet beschikbaar, volgwagen geel

    Symbool Betekenis Kleur
    B.20 Hellingrem functie

    Symbool Betekenis Kleur
    C.05 Niveau ruitensproeiervloeistof geel

    Symbool Betekenis Kleur
    D.01 Aircosysteem wit

    Symbool Betekenis Kleur
    E.06 Front height control, truck

    Symbool Betekenis Kleur
    E.07 Rear height control, truck

    Symbool Betekenis Kleur
    F.01 Storing motor en/of emissiesysteem geel/rood

    Symbool Betekenis Kleur
    F.02 Storing boorddiagnosesysteem of motor geel

    Symbool Betekenis Kleur
    F.03 Motorkoelmiddeltemperatuur rood

    Symbool Betekenis Kleur
    F.04 Oliedruk te laag rood

    Symbool Betekenis Kleur
    F.05 Temperatuur motorolie rood

    Symbool Betekenis Kleur
    F.06 Niveau motorolie geel

    Symbool Betekenis Kleur
    F.10 Gloei-element actief geel

    Symbool Betekenis Kleur
    F.15 Engine coolant level; Niveau motorkoelvloeistof rood

    Symbool Betekenis Kleur
    F.21 Engine emission filter; Roetfilter geel/rood/groen

    Symbool Betekenis Kleur
    F.22 Engine emission system failure; Motoremissiesysteem defect rood

    Symbool Betekenis Kleur
    F.24 Nox reduction agent

    Symbool Betekenis Kleur
    F.25 Engine status information

    Symbool Betekenis Kleur
    F.26 Zeer hoge uitlaatgastemperatuur tijdens de regeneratie geel

    Symbool Betekenis Kleur
    G.10 Water in brandstof(filter) geel

    Symbool Betekenis Kleur
    H.05 Problemen met automatische versnellingsbak of aandrijfsysteem Noodloop rood

    Symbool Betekenis Kleur
    H.07 Temperatuur olie in de versnellingsbak rood

    Symbool Betekenis Kleur
    I.08 Storing differentieel achter geel

    Symbool Betekenis Kleur
    J.01 Steering circuit, number 1

    Symbool Betekenis Kleur
    J.02 Steering circuit, number 2

    Symbool Betekenis Kleur
    J.03 Steering fluid level

    Symbool Betekenis Kleur
    J.04 Problemen met stuurbekrachtiging rood

    Symbool Betekenis Kleur
    J.06 Traction control
    Symbool Betekenis Kleur
    J.07 Traction control off or not available
    Symbool Betekenis Kleur
    J.12 Traction control failure

    Symbool Betekenis Kleur
    K.10 Lage bandenspanning geel

    Symbool Betekenis Kleur
    K.15 Forward collision warning system (FCWS); Waarschuwing aanrijding met voorligger

    Symbool Betekenis Kleur
    K.16 Lane departure warning system (LDWS)

    Symbool Betekenis Kleur
    K.25 Lane keeping assistance system groen (ingeschakeld)/ rood (uitgeschakeld

    Symbool Betekenis Kleur
    M.01 Acculading; Battery charging condition geel

    Symbool Betekenis Kleur
    M.02 Batterijspanning 24V te laag; Battery failure geel

3. VM2-C

  • 3.1 Deelmarkten

    In de toetsmatrijs van het examen VM2-C zijn in toetsterm 1.1 deelmarkten opgenomen. Dit betreft de volgende deelmarkten:

    • Exceptioneel transport
    • Koeriers- en expresbedrijven
    • Rijdende melkontvangst
    • Kiepautobedrijven
    • Ferrytransport
    • Veevervoer
    • Agrarisch vervoer
    • Sierteeltvervoer
    • Zeecontainervervoer
    • Tank- en silovervoer/bulkvervoer
    • Distributie
    • Transfrigoroute Holland/geconditioneerd vervoer
    • Afvalstoffentransport
    • Bouwmaterialenvervoer
    • Erkende verhuizers
    • Autotransport

  • 3.2 ADAS

    In het examen VM2-C wordt in toetsterm 4.1 het doel en de functie van noodhulpsystemen, bestuurderondersteunende systemen en monitoringssystemen uitgelegd. Bij de invoering van de nieuwe examens wordt hiervoor nog de terminologie gebruikt zoals die ook in de oude structuur werd gebruikt. Dit komt grotendeels overeen met het woordenboek van de ADAS Alliantie. Vanaf de volgende evaluatie wordt volledig aangesloten bij het ADAS woordenboek van de ADAS Alliantie. Zie Symbolen dashboard in het toelichtingsdocument voor de relevante symbolen.
  • 3.3 Behandeletiketten

    In de toetsmatrijs van het examen VM2-C is in toetsterm 5.3 ‘het interpreteren van behandeletiketten’ opgenomen.

    De volgende behandeletiketten kunnen terugkomen in de examens:


    Droog houden


    Gebruik geen haken


    Deze kant boven


    Zwaartepuntsaanduiding


    Mijd warmte


    Sling hier aanbrengen


    Voorzichtig behandelen


    Voorzichtig behandelen


    Breekbaar


    Aan deze kant optillen met steekwagen


  • 3.4 Gevaarsetiketten

    Onderstaande gevaarsetiketten kunnen ook in de examens voorkomen:


    Gevaarstofsymbool Betekenis
    GHS01 Explosief

    Gevaarstofsymbool Betekenis
    GHS02 Ontvlambaar

    Gevaarstofsymbool Betekenis
    GHS03 Brand bevorderend (oxiderend)

    Gevaarstofsymbool Betekenis
    GHS04 Houder onder druk

    Gevaarstofsymbool Betekenis
    GHS05 Corrosief (bijtend)

    Gevaarstofsymbool Betekenis
    GHS06 Giftig

    Gevaarstofsymbool Betekenis
    GHS07 Schadelijk

    Gevaarstofsymbool Betekenis
    GHS08 Schadelijk voor de gezondheid

    Gevaarstofsymbool Betekenis
    GHS09 Milieugevaarlijk

  • 3.5 Woordenlijst lading zekeren

    In de (beroeps)praktijk worden voor wat betreft lading zekeren ook verschillende termen gebruikt. Onderstaande terminologie wordt gebruikt in de examens:

    • Afzetbak
    • Antislipmatten
    • Asbelasting
    • Autolaadkraan
    • Bakken
    • Big bags
    • Blokpallets
    • Cilinders
    • Containers
    • Dekens
    • Dekzeilen
    • Direct zekeren
    • Dockleveller
    • Dozen
    • Europallets
    • Gasflessen
    • Gewichtsverdeling
    • Hangende lading
    • Hefbrug
    • Heftruck
    • IBC’s
    • Jerry cans
    • Keggen
    • Kisten
    • Kratten
    • Laadklep
    • Laadruimte
    • Laadvloer
    • Meeneemheftruck
    • Neerzekeren
    • Oprijbrug
    • Pallets
    • Pallettruck
    • Rijplaten
    • Rolcontainers
    • Rongen
    • Samenladingseenheden
    • Sjorhaken
    • Spanbanden
    • Spankettingen
    • Steekwagen
    • Stopbalken
    • Stopkeggen
    • Stuwage
    • Stuwzakken
    • Tanks
    • Transportband
    • Twistlocks
    • Vaten
    • Vergrendelstangen
    • Vormzekeren
    • Walking floor
    • Wissellaadbak
    • Wrijvingsweerstand
    • Zeecontainers
    • Zwaartepunt

  • 3.6 Tabellen lading zekeren

    Gezien het belang van lading zekeren is er voor gekozen om hier dieper op in te gaan in Module 2. In toetsterm 5.5 wordt kandidaten gevraagd om aan de hand van een gegeven tabel aan te geven hoeveel vastzetmiddelen gebruikt moeten worden.

    Hier zullen duidelijke tabellen voor gebruikt worden met één variabele. In onderstaand voorbeeld is het versnellingscoëfficiënt, de sjorhoek en µ in de tabel gegeven. Op basis hier van wordt gevraagd of kandidaten uit de tabel het juiste antwoord kunnen halen.

    Voorbeeld:
    Een chauffeur moet een pallet neerwaarts zekeren. De pallet weegt 1000 kg.
    Hoeveel spanbanden moet hij gebruiken?
    Gebruik onderstaande gegevens en tabel.

    Versnellingscoëfficiënt 0.8 (voorwaarts)

    Sjorhoek 60° tot 90°

    µ=06

    Gewicht 1000 daN 750 daN 500 daN
    1000 1 1 1
    2000 1 1 1
    3000 1 2 2
    4000 2 2 2
    5000 2 2 3

4. VM3-C

  • 4.1 Incidentmanagement

    In de Module 3 wordt in toetsterm 3.1 een verdieping van Module 1 opgenomen. Hierin wordt de beroepschauffeur getoetst over Incidentmanagement. Bij vragen over Incidentmanagement maakt het CBR onder andere gebruik van de informatie van Rijkswaterstaat.
  • 4.2 Brexit

    Vanaf de invoering van de nieuwe theorie-examens kunnen weer vragen gesteld
    wordenover ritten naar Engeland.
  • 4.3 Mobility Package

    De wetgeving naar aanleiding van de Mobility Package wordt gefaseerd ingevoerd. Zie hieronder de planning voor de gefaseerde invoering:


    20-08-2020

    • Rij- en rusttijden
    - Return home chauffeur
    - 2 verkorte wekelijkse rusten achter elkaar mogelijk in internationaal vervoer
    - Uitbreiding boot/trein regeling
    • Uitbreiding afwijkingsmogelijkheden in bijzondere omstandigheden


    01-02-2022

    • Tachograaf
    - Grenspassages registreren
    - Max arbeidstijd 60 uur gecontroleerd langs de weg
    • Vestigingseis
    - Return home vehicle
    - Uitbreiding administratieve en fysieke eisen vestiging
    • Cabotage
    - Cooling off periode van 4 dagen
    - Voor- en natransport gecombineerd vervoer onder cabotageregime
    • Detachering
    - Aparte regeling voor het vervoer, verduidelijking wanneer van toepassing
    - Verklaring via publieke interface IMI


    01-06-2022

    • Vergunningsgrens
    - Vanaf 2,5 ton mtm


    01-09-2022

    • ERRU
    - Kentekens, personeelsomvang en risicoclassificatie opgenomen in ERRU
    - ERRU gebruikt bij wegcontroles


    01-09-2022

    • Tachograaf
    • Smart tacho 2 op nieuw geregistreerde voertuigen


    01-12-2024

    • Tachograaf
    • Retrofit alle tachografen in internationaal vervoer behalve smart tacho 1


    01-09-2025

    • Tachograaf
    • Retrofit alle tachografen in internationaal vervoer smart tacho 1


    01-07-2026


    • Tachograaf
    • Installatie ook op voertuigen vanaf 2,5 ton mtm internationaal vervoer


feedback