Service

Exameneisen Module 3: Vakbekwaamheid C - Wetgeving, Veiligheid en gezondheid, Branche en bedrijf

Algemene informatie

In deze exameneisen staat wat u moet kunnen en kennen. De exameneisen vormen daarom de basis van de opleiding en het examen.

Opgesteld door: CBR divisie CCV

Categoriecode en exameninformatie:
• VM3-C (theorie-examen vakbekwaamheid module 3-C), digitaal, 65 vragen, 90 minuten, cesuur 80%

    Geldigheid examenresultaat: 2 jaar

    Vastgesteld door:
    • College van Deskundigen RVB Administratie op 17 juni 2021

      Beoordeeld door:
      • Logistiek, Transport en Personenvervoer raad; kamer 1 op 19 juni 2021

        Goedgekeurd door:
        • Divisiemanager CCV op 19 november 2021

          Ingangsdatum:
          1 juli 2022

          Toelichting gebruik toetstermen:
          • Eindtermen: Dit zijn de hoofdonderwerpen die in het examen voorkomen. Hierin staat 'ruim' omschreven wat er in het examen terug kan komen.
          • Toetstermen: Dit zijn onderdelen van een eindterm. Hierin staat meer uitgebreid omschreven wat er in het examen terug kan komen.
          • Afbakening: Dit zijn onderdelen van een toetsterm. Hier staat over welke onderwerpen vragen gesteld mogen worden in het examen. Als er geen afbakening is opgenomen, mag over die toetsterm in principe alles gevraagd worden.
          • Tax: Dit is de taxonomiecode van Romiszowski. Deze code geeft aan op welk niveau de vragen over een toetsterm gesteld worden.

            Toelichting taxonomiecode:
            • F = Feitelijke kennis. De kandidaat kan feiten reproduceren (herkennen of herinneren).
            • B = Begripsmatige kennis. De kandidaat kan begrippen of principes omschrijven.
            • R = Reproductieve vaardigheden. De kandidaat kan acties uitvoeren die volgens een vastgelegde procedure verlopen.
            • P = Productieve vaardigheden. De kandidaat kan acties uitvoeren waarbij hij zijn eigen creativiteit en inzicht nodig heeft.

              Per toetsterm is onder ‘toelichting’ aangegeven voor welk examen de toetsterm geldt, wat de taxonomiecode is. Ook is er (indien relevant) een verwijzing naar de betreffende wetgeving opgenomen.

              • In het theorie-examen moet worden getoetst of de kandidaat de vereiste kennis bezit met betrekking tot de onderwerpen beschreven in de EU-richtlijnen; de Richtlijn vakbekwaamheid en de Derde Rijbewijsrichtlijn.
                In onderstaande tabellen wordt weergegeven bij welke toetsterm het onderwerp van de betreffende EU-richtlijn wordt bevraagd.

                EU-richtlijn – 3e RR Min. regeling Wordt bevraagd in toetsterm
                2.1.1 1b, 1c, 1e 1-1.3, 1-1.4, 1-1.5, 1-1.6, 1-1.7, 1-1.8, 1-1.9, 1-1.11, 2-5.9, 2-5.10
                2.1.2 2a, 2b 1-1.17, 1-1.18
                2.1.3 2c, 2d, 2g 1-1.19, 1-1.20, 1-1.21
                2.1.4 2e, 2f, 2h 1-1.23, 1-1.24
                2.1.5 1a, 1d, 1e, 1f, 1g, 2k, 3d, 4a, 4e, 4g 1-1.1, 1-1.2, 1-1.10, 1-1.13, 1-1.15, 1-1.16, 1-1.22, 1-1.25, 1-1.26
                2.1.6 2j 1-1.4 (1-1.4.25 – bijzondere manoeuvres)
                2.1.7 1e, 1f, 3a t/m 3k, 5d, 5e 1-1.12, 1-1.14, 1-2.1
                2.1.8 1-1.26
                2.1.9 2i 1-2.12
                4.1.1 4b, 5a, 5b 1-4.1
                4.1.2 4c 1-4.2
                4.1.3 4d 1-4.3
                4.1.4 4e 1-1.25
                4.1.5 5c 1-2.8
                4.1.6 6g 1-2.9
                4.1.7 2e 1-1.23
                4.1.8 1-1.27
                4.1.9 4f 1-3.1
                4.1.10 Alleen van toepassing op categorieën D, DE, D1, D1E
                4.2.1 6a t/m 6e 1-2.3, 1.2-4, 1-2.5, 1-2.6, 1-2.7, 2-1.4, 2-2.1, 2-2.2, 2-2.3, 2-2.4, 2-2.5, 2-2.6, 2-3.1, 2-3.2
                4.2.2 6b 1-2.4, 2-2.2
                4.2.3 6f 1-2.8, 2-2.7
                4.2.4 6g 1-2.9, 2-2.9
                4.2.5 6h 1-2.10, 2-2.12
                4.2.6 6i 1-2.2, 2-3.3, 2-3.4, 2.3-5, 2-3.6
                4.2.7 6j 1-2.11, 2-3.7, 2-3.8, 2-3.9
                4.2.8 6k 1-4.4, 3-2.6, 3-2.7
                EU-richtlijn – RVB Wordt bevraagd in toetsterm
                1.1 1-2.12, 2-1.6
                1.2 1-2.1, 1-2.9, 1-2.11, 2-2.10, 2-2.11, 2-4.1
                1.3 1-2.12, 2-1.5
                1.4 (C1, C, C1E, CE) 1-1.23, 1-3.1, 2-5.1, 2-5.2, 2-5.3, 2-5.4, 2-5.5, 2-5.6, 2-5.7, 2-5.8, 2-5.11, 2.5-12, 2-5.13
                1.5 (D1, D, D1E, DE) Alleen van toepassing op categorieën D, DE, D1, D1E
                1.6 (D1, D, D1E, DE) Alleen van toepassing op categorieën D, DE, D1, D1E
                2.1 1-4.1, 3-1.1, 3-1.2, 3-1.3, 3-1.4, 3-1.5, 3-1.6, 3-4.2
                2.2 (C1, C, C1E, CE) 1-4.2, 1-4.3, 1-4.4, 3-2.1, 3-2.2, 3-2.3, 3-2.4, 3-2.5, 3-2.6, 3-2.7, 3-2.8, 3-2.9, 3-2.10, 3-4.3
                2.3 (D1, D, D1E, DE) Alleen van toepassing op categorieën D, DE, D1, D1E
                3.1 1-1.17, 1-1.24, 3-3.3, 3-3.5
                3.2 3-3.4
                3.3 3-3.6
                3.4 1-1.18, 3-3.7
                3.5 1-1.25, 1-1.26, 3-3.1, 3-3.2
                3.6 3-4.1
                3.7 (C1, C, C1E, CE) 3-4.2
                3.8 (D1, D, D1E, DE) Alleen van toepassing op categorieën D, DE, D1, D1E

              Eindterm 1: Wetgeving – Arbeidstijdenwet, Arbeidstijdenbesluit en tachograaf

              • 1.1 Kan de werkingssfeer en de voor de beroepsuitoefening relevante bepalingen van de Arbeidstijdenwet, het Arbeidstijdenbesluit vervoer en de Verordening (EG) nr. 561/2006 uitleggen.

                Afbakening:

                Het doel van de ATW (Arbeidstijdenwet)
                De relatie ATW / ATB (Arbeidstijdenbesluit vervoer)
                De werkingssfeer ATB vervoer
                De extraterritoriale werking ATB vervoer (ATW artikel 2:8)

                De definities:

                ATW: ATW artikel:
                1.1.1 werknemer 1:1 lid 1 en 2
                1.1.2 werkgever 1:1 lid 1 en 2
                1.1.3 nachtdienst 1:7 onderdeel d
                1.1.4 pauze 1:7 onderdeel e
                1.1.5 arbeidstijd 1:7 onderdeel k
                ATB vervoer: ATB vervoer artikel:
                1.1.6 vrachtauto 2.1:1 onderdeel d
                1.1.7 bijrijder 2.1:1 onderdeel g
                Verordening (EG) nr. 561/2006: Verordening (EG) nr. 561/2006 artikel:
                1.1.8 bestuurder 4 onderdeel c
                1.1.9 onderbreking 4 onderdeel d
                1.1.10 andere werkzaamheden 4 onderdeel e
                1.1.11 rust 4 onderdeel f
                1.1.12 dagelijkse rusttijd 4 onderdeel g
                1.1.13 wekelijkse rusttijd 4 onderdeel h
                1.1.14 week 4 onderdeel i
                1.1.15 rijtijd 4 onderdeel j
                1.1.16 dagelijkse rijtijd 4 onderdeel k
                1.1.17 wekelijkse rijtijd 4 onderdeel l
                1.1.18 meervoudige bemanning 4 onderdeel o
                1.1.19 niet-commercieel vervoer 4 onderdeel r
                1.1.20 beschikbaarheidstijd Richtlijn 2002/15/EG artikel 3b
                De collectieve regeling ATW artikel 1:3
                De bepalingen arbeid en pauzes, rijtijd en onderbrekingen, rusttijd, nachtarbeid, arbeid op zondag, andere werkzaamheden, afwijkingen rij- en rusttijden (zoals reizen van en naar een voertuig buiten de standplaats). Verordening (EG) nr. 561/2006 artikel: 6, 7, 8, 9 en 12 ATB vervoer artikel:2.5:4, 2.5:4a ATW artikel 5:6
                Terugkeerplicht voertuig Verordening (EG) nr. 561/2006 artikel:
                Terugkeerplicht chauffeur 8 lid 8bis
                Overnachten in voertuig 8 lid 8
                De eigen rijder/zzp-er (verplichtingen, verschillen/overeenkomsten chauffeur in loondienst). ATW artikel 2:7, ATB vervoer artikel 2.2:2
                Het controlemiddel: de tachograaf  
                De verantwoordelijkheden bij overtredingen, o.a.:  
                verschil verantwoordelijkheid vervoerder en bestuurder, bijvoorbeeld rij- en rusttijden (vervoerder) en fraude (vervoerder en bestuurder) ATB vervoer artikel 8:1 lid 1 t/m 3
                samenloop ATW artikel 5:15 lid 6 en 7
                jaagpremies ATB vervoer artikel 2.7:1
                Toezicht en handhaving: Naast algemene bevoegdheden ook Verordening (EG) nr. 165/2014 artikel 26, lid 7 en artikel 38 lid 2 en 3
                controlerende instanties  
                bevoegdheden  

                Toelichting toetsterm 1.1:

                Tax: B
                RVB 2.1

                1.2 Kan de voor de beroepsuitoefening belangrijke bepalingen van de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit vervoer toepassen (Verordening (EG) nr. 561/2006).

                Afbakening:

                Aan de hand van gegeven situaties op basis van de bepalingen onder toetsterm 1.1 berekeningen maken.

                Toelichting toetsterm 1.2:

                Tax: R
                RVB: 2.1

                1.3 Kan uitleggen hoe een digitale tachograaf gebruikt en bediend moet worden (Verordening (EG) nr. 165/2014).

                Afbakening:

                  Verordening (EG) nr. 165/2014 artikel:
                De functie van een tachograaf 5
                De symbolen op het apparaat 34 lid 5a en b
                De verzegeling, het installatieplaatje (keuringssticker), periodieke keuring 22 en 23 lid 1 en 2
                De verplichte handelingen van de chauffeur (m.u.v. de verplichtingen genoemd onder toetsterm 1.4) 27, 32 lid 1 en 34
                De verboden handelingen van de chauffeur 32 lid 1, 3 en 5 en ATB vervoer artikel 2.4:4
                De digitale tachograaf:  
                1.3.1 soorten tachograafkaarten 2 lid 2d, f, i, j en k
                1.3.2 registratie 4 lid 3 en 8 lid 1 en Verordening (EG) nr. 561/2006 artikel 6 lid 5
                1.3.3 gegevens tonen en waarschuwen 6, lid 1 t/m 4
                1.3.4 gebruik één of twee bemanningsleden 34
                1.3.5 controle 33 lid 2, 36 lid 2 en 3, 38 lid 4 (en ATB vervoer artikel 2.4:1)
                1.3.6 opleiding/instructie gebruik 33, lid 1
                De bestuurderskaart:  
                1.3.7 afgifte 26 lid 1 en 2
                1.3.8 geldigheidsduur 26 lid 6
                1.3.9 gebruik van de bestuurderskaart/print-out 27, 34
                1.3.10 vernieuwing van de bestuurderskaart 28

                Toelichting toetsterm 1.3:

                Tax: B
                RVB: 2.1

                1.4 Kan uitleggen welke verplichtingen er zijn indien een tachograaf niet meer werkt en/of de bestuurderskaart niet gebruikt kan worden (Verordening (EG) nr. 165/2014).

                Afbakening:

                • De handelwijze bij het niet goed werken van de tachograaf (Verordening (EG) nr. 165/2014 artikel 37)
                • De handelwijze bij een gestolen, verloren of defecte bestuurderskaart (Verordening (EG) nr. 165/2014 artikel 29)
                  • De handelwijze bij een beschadigde bestuurderskaart ( Verordening (EG) nr. 165/2014 artikel 35)
                  • Kiwa Register BV

                    Toelichting toetsterm 1.4:

                    Tax: B
                    RVB: 2.1

                    1.5 Kan benoemen wanneer de AETR en de Verordening (EG) nr. 561/2006 van toepassing zijn.

                    Afbakening:

                    De betreffende landen

                    Toelichting toetsterm 1.5:

                    Tax: F
                    RVB: 2.1

                    1.6 Kan de wettelijke bepalingen inzake de basiskwalificatie en nascholing noemen.

                    Afbakening:

                    De verplichting tot 35 uur nascholing per 5 jaar:
                    • registratie bij het CBR door de opleider
                    • controle op correcte registratie door de chauffeur

                      Toelichting toetsterm 1.6:

                      Tax: F
                      RVB: 2.1
                      Richtlijn 2003/59/EG artikel 8

                    Eindterm 2: Wetgeving – documenten

                    • 2.1 Kan de werkingssfeer van de Wet wegvervoer goederen en de Regeling wegvervoer goederen uitleggen.

                      Afbakening:

                      Doel van de Wet wegvervoer goederen en de voor de beroepsuitoefening relevante bepalingen: WWG artikel:
                      2.1.1. beroepsvervoer 1.1
                      2.1.2. eigen vervoer 1.1
                      2.1.3 vrachtauto 1.1
                      2.1.4 communautaire vergunning 1.1, 2.1 lid 1
                      De verbodsbepalingen:
                      2.1.5 grensoverschrijdend beroepsvervoer zonder CEMT-vergunning of ritmachtiging 2.3 lid 1 en lid 5
                      2.1.6 beroepsvervoer/cabotagevervoer zonder communautaire vergunning – bestuurdersattest 2.5
                      2.1.7 beroepsvervoer/eigen vervoer in strijd met Wegenverkeerswet 1994 2.6 (en art. 18 Regeling)
                      2.1.8 bestuurders zonder dienstbetrekking 2.11 (en art. 13 Regeling)
                      2.1.9 beroepsvervoer zonder vrachtbrief 2.13 (en art. 15 Regeling)
                      Hoofdstuk 5: Toezicht, handhaving en opsporing Naast algemene bevoegdheden:
                      2.1.10 de verantwoordelijkheden bij overtredingen 5.1 t/m 5.5
                      2.1.11 bevoegdheden
                      Van de Regeling wegvervoer goederen de voor de beroepsuitoefening relevante bepalingen: RWG artikel:
                      2.1.12 toegang tot de markt – vervoer 3
                      2.1.13 CEMT-vergunning, rittenboekje, ritmachtiging 10
                      2.1.14 binnenlands beroepsvervoer zonder vrachtbrief 15 lid 4

                      Toelichting toetsterm 2.1:

                      Tax: B
                      RVB: 2.2

                      2.2 Kan de verschillende vormen van goederenvervoer en de toepassing daarvan uitleggen.

                      Afbakening:

                      Vormen:
                      • nationaal vervoer
                      • internationaal vervoer binnen de EU (communautair)
                      • internationaal vervoer buiten de EU
                      • derdelandenvervoer
                      • transitovervoer
                      • cabotagevervoer

                      Toelichting toetsterm 2.2:

                      Tax: B
                      RVB: 2.2

                      2.3 Kan van de partijen die bij het goederenvervoer betrokken zijn hun rol en verantwoordelijkheden uitleggen.

                      Afbakening:

                      Partijen:
                      • afzender
                      • chauffeur
                      • expediteur
                      • geadresseerde
                      • opdrachtgever
                      • verlader
                      • vervoerder (incl. eigen rijder)
                      • vervoerder – opvolgend vervoerder
                      • douane-declarant

                      Toelichting toetsterm 2.3:

                      Tax: B
                      RVB: 2.2

                      2.4 Kan de voor het goederenvervoer vereiste documenten en het doel/gebruik van de aan boord mee te nemen documenten en het gebruik van bepaalde wegen uitleggen.

                      Afbakening:

                      De persoonlijke documenten:
                      • rijbewijs (met code 95)
                      • paspoort/identiteitsbewijs
                      • bestuurderskaart
                      • print-outs bestuurderskaart
                      • verklaring van dienstbetrekking/terbeschikkingstelling

                      De voertuigdocumenten:
                      • kentekenbewijs
                      • verzekeringskaart
                      • print-outs digitale tachograaf
                      • APK-keuringsrapport (RDW)

                      Het ladingdocument:
                      • vrachtbrief (AVC, CMR, rembours)

                      De douanedocumenten:
                      • begeleidingsdocument
                      • geleidedocument
                      • TIR-carnet

                      Belastingdocument:
                      • Eurovignet (belastingdocument, voertuiggebonden)

                      Verschijningsvormen diverse documenten: papier/digitaal

                      Het gebruik van bepaalde wegen:
                      • milieuzones
                      • tolheffingen

                      Toelichting toetsterm 2.4:

                      Tax: B
                      RVB: 2.2

                      2.5 Kan de soorten vrachtbrieven en de functie daarvan uitleggen.

                      Afbakening:

                      De soorten:
                      • AVC-vrachtbrief
                      • remboursvrachtbrief
                      • CMR-vrachtbrief

                      De verschijningsvormen:
                      • papier
                      • digitaal

                      Functies:
                      • vervoersovereenkomst
                      • bewijs van ontvangst
                      • bewijs van aflevering
                      • instructie/informatie chauffeur
                      • gegevensoverdracht

                      Belang gebruik vrachtbrief

                      Toelichting toetsterm 2.5:

                      Tax: B
                      RVB: 2.2

                      2.6 Kan de verplichtingen van het standaardcontract (vervoersovereenkomst) voor het nationaal goederenvervoer van de afzender, de vervoerder en de ontvanger uitleggen.

                      Afbakening:

                      De AVC-condities voor zover betrekking op aansprakelijkheid bij laden, lossen, overbelading, vertraging, ladingschade en manco’s.

                      Afhandeling vrachtbrief.

                      Rembourszendingen.

                      Toelichting toetsterm 2.6:

                      Tax: B
                      RVB: 2.2
                      3e RR 4.2.8

                      2.7 Kan de verplichtingen van het Verdrag betreffende Overeenkomst tot internationaal goederenvervoer van de afzender, de vervoerder en de ontvanger uitleggen.

                      Afbakening:

                      De CMR-condities voor zover betrekking op aansprakelijkheid bij laden, lossen, overbelading, vertraging, ladingschade en manco’s.

                      Afhandeling vrachtbrief.

                      Rembourszendingen.

                      Toelichting toetsterm 2.7:

                      Tax: B
                      RVB: 2.2
                      3e RR 4.2.8

                      2.8 Kan een internationale vrachtbrief hanteren.

                      Afbakening:

                      Het gebruik van de genummerde vakken.

                      Toelichting toetsterm 2.8:

                      Tax: B
                      RVB: 2.2

                      2.9 Kan de soorten en de toepassing van nationale en internationale transportvergunningen uitleggen die door NIWO worden verstrekt.

                      Afbakening:

                      Het goederenvervoer:

                      De soorten vergunningen:
                      • communautaire vergunning/ Eurovergunning
                      • ritmachtiging en termijnmachtiging
                      • CEMT-vergunning/rittenboekje

                      De geldigheidsduur van de vergunningen/ritmachtigingen.

                      Het toepassingsgebied:
                      • Europese Unie landen
                      • EVA-landen
                      • CEMT-landen
                      • Verenigd Koninkrijk

                      Toelichting toetsterm 2.9:

                      Tax: B
                      RVB: 2.2

                      2.10 Kan de verantwoordelijkheden en taken van de chauffeur bij grensoverschrijdingen uitleggen.

                      Afbakening:

                      Het verschil tussen binnen- en buitengrenzen.

                      De bevoegdheden van de douane.

                      Het verschil tussen communautaire en niet-communautaire goederen (T2 en T1).

                      De elektronische aangifte

                      TIR-carnet

                      Begeleidingsdocument

                      Toelichting toetsterm 2.10:

                      Tax: B
                      RVB: 2.2

                    Eindterm 3: Veiligheid en gezondheid

                    • 3.1 Kan uitleggen in welke volgorde welke maatregelen in geval van een verkeersongeval of pech direct genomen moeten worden en de verdere afhandeling hiervan.

                      Afbakening:

                      Zie module 1, toetsterm 1.25

                      Daaraan toegevoegd:

                      PAMAN:
                      • noodzakelijke maatregelen nemen waaronder het kennen van de grondbeginselen van eerste hulp (ABS)

                      Afhandeling:
                      • omgaan met agressie
                      • omgaan met media

                      Incidentmanagement in relatie tot chauffeur:
                      • gedrag tijdens incidenten

                      Toelichting toetsterm 3.1:

                      Tax: B
                      RVB: 3.5

                      3.2 Kan uitleggen wat de functie is van de veiligheidsvoorzieningen en wanneer en op welke wijze hiervan gebruik moet worden gemaakt.

                      Afbakening:

                      Zie module 1, toetsterm 1.26

                      Toelichting toetsterm 3.2:

                      Tax: B
                      RVB: 3.5

                      3.3 Kan uitleggen hoe te anticiperen op risico’s in het verkeer bij afwijkend gedrag van medeweggebruikers en bijzondere omstandigheden, deze te beoordelen en er zich aan aan te passen.

                      Afbakening:

                      Zie module 1, toetsterm 1.17 en 1.24

                      Hierbij komen zaken aan de orde als:
                      • bewust zijn van en aanpassen aan verschillende weg-, verkeers- en weersomstandigheden
                      • anticiperen op naderende gebeurtenissen
                      • begrijpen hoe een reis moet worden voorbereid en gepland bij ongewone weersomstandigheden (code oranje/rood)
                      • vertrouwd zijn met het gebruik van de bijbehorende veiligheidsuitrusting
                      • begrijpen wanneer een reis uitgesteld of geannuleerd moet worden wegens extreme weersomstandigheden (code oranje/rood)
                      • zich aanpassen aan risico's in het verkeer, waaronder gevaarlijk gedrag in het verkeer (bijvoorbeeld spookrijders) of bestuurders die zich laten afleiden (door het gebruik van elektronische apparaten, eten, drinken enz.)
                      • gevaarlijke situaties herkennen en zich aanpassen aan dergelijke situaties en kunnen omgaan met de spanning die daaruit voortkomt, met name met betrekking tot de afmetingen en het gewicht van het voertuig t.o.v. kwetsbare weggebruikers, zoals voetgangers, fietsers en gemotoriseerde tweewielers
                      • herkennen van potentieel gevaarlijke situaties en correct inschatten hoe die gevaren kunnen uitmonden in situaties waarin een aanrijding niet meer kan worden vermeden en acties bepalen en ondernemen om de veiligheidsmarges te verhogen tot een niveau waarop een aanrijding nog wel kan worden vermeden wanneer de potentiële gevaren zich voordoen

                      Toelichting toetsterm 3.3:

                      Tax: B
                      RVB: 3.1

                      3.4 Kan uitleggen hoe criminaliteit, agressie en het vervoer van illegale immigranten voorkomen kan worden en hoe om te gaan met deze aspecten.

                      Afbakening:

                      Hierbij komen zaken aan de orde als:
                      • algemene informatie
                      • gevolgen voor de bestuurder
                      • preventieve maatregelen
                      • checklist
                      • wetgeving inzake de verantwoordelijkheid van de vervoerder
                      • (anoniem) melding maken van criminaliteit en misstanden

                      Toelichting toetsterm 3.4:

                      Tax: B
                      RVB: 3.1

                      3.5 Kan de soorten arbeidsongevallen in de vervoersector, de statistieken van verkeersongevallen, de betrokkenheid daarbij van vrachtauto’s en de gevolgen op menselijk, materieel en financieel vlak aangeven.

                      Afbakening:

                      Soorten arbeidsongevallen, zoals:
                      • vallen (van bijvoorbeeld ladder, laadklep of laadperron)
                      • aanrijding door een voertuig
                      • in/op een bewegend voertuig met verlies van controle
                      • contact met vallende objecten
                      • aan- en afkoppelen oplegger/aanhangwagen
                      • beknelling
                      • schuivende lading

                      Oorzaken arbeidsongevallen, zoals:
                      • werken zonder bevoegdheid
                      • niet borgen, veilig stellen
                      • veiligheden buiten werking stellen
                      • niet/niet juist gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
                      • onjuiste, onvoldoende persoonlijke beschermingsmiddelen gekregen
                      • onjuist beladen/plaatsen
                      • werk op/aan bewegende machines
                      • overig onjuist gebruik materiaal
                      • ontoereikende afscherming
                      • defect gereedschap/materieel ter beschikking gesteld
                      • niet toereikende alarmsystemen
                      • gebrek aan orde en netheid
                      • te hoge/lage temperatuur
                      • te weinig verlichting
                      • overige directe oorzaken (o.a. vallen)
                      • vermoeidheid
                      • afleiding door multimedia
                      • verkeerd/onjuist gebruik veiligheidsvoorzieningen

                      Statistieken van verkeersongevallen

                      De aard:
                      • soorten verkeersongevallen
                      • schade t.g.v. bijzondere manoeuvres

                      De oorzaken:
                      • fysieke gesteldheid
                      • psychische gesteldheid, concentratie
                      • (rij)gedrag
                      • weersomstandigheden
                      • verkeersovertredingen
                      • verkeersdrukte
                      • bekendheid met de omgeving
                      • bedrijfszekerheid van het voertuig
                      • belading
                      • afleiding (bijvoorbeeld door multimedia, elektronische apparaten, eten, drinken, omgeving etc)

                      Menselijk:
                      • verwondingen, blijvende invaliditeit, dood
                      • psychische klachten
                      • uitval

                      Materieel:
                      • uitval
                      • stilstand
                      • capaciteitsgebrek

                      Schade:
                      • gevolgen verzekeringspremie
                      • gevolgen administratie
                      • gevolgen planning
                      • gevolgen werkplaats/garage
                      • gevolgen voor het milieu

                      Financieel:
                      • reparatiekosten
                      • vervangingskosten
                      • kosten t.g.v. filevorming
                      • kosten voor hulpdiensten en wegbeheerder
                      • derving

                      Toelichting toetsterm 3.5:

                      Tax: F
                      RVB: 3.1

                      3.6 Kan uitleggen hoe fysieke risico’s en arbeidsongevallen voorkomen kunnen worden.

                      Afbakening:

                      Werkingssfeer Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) en het Arbeidsomstandigheden besluit (Arbobesluit):
                      • de bevordering van gezondheid, veiligheid en welzijn
                      • geldt voor alle werknemers en zelfstandigen
                      • de gezamenlijke verantwoordelijkheid werkgevers en -nemers

                      Verplichtingen van werkgever en werknemer in het kader van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) (Arbowet artikelen 8 en 11).

                      Eigen rijder/zzp-er (met oog op bijzondere positie)

                      Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.

                      Herkennen gebodsborden persoonlijke beschermingsmiddelen.

                      Het verantwoord gebruik van de juiste hulpmiddelen.

                      Het omgaan met belastende factoren, zoals:
                      • gewicht van de lading
                      • weersomstandigheden
                      • gladheid laadvloer
                      • temperatuurverschillen (bijvoorbeeld vriescel)

                      Toelichting toetsterm 3.6:

                      Tax: B
                      RVB: 3.3

                      3.7 Kan de beginselen uitleggen van een gezonde en evenwichtige voeding, de effecten van alcohol, medicijnen of andere stoffen die het gedrag kunnen beïnvloeden, de symptomen, oorzaken, effecten van vermoeidheid en stress en het fundamenteel belang van de basiscyclus werk/rust.

                      Afbakening:

                      De invloed van het gebruik van (een combinatie van) o.a. alcohol, drugs, medicijnen op het gedrag.

                      Het belang van een gezonde leefstijl en de negatieve gevolgen op korte en lange termijn van een ongezonde leefstijl.

                      Factoren waardoor vermoeidheid en stress kunnen ontstaan, zoals:
                      • veel zitten tijdens lange ritten
                      • zware lichamelijke inspanningen tijdens laden en lossen
                      • ritopdracht/rijverboden/venstertijden
                      • storingen
                      • slechte weersomstandigheden
                      • onregelmatige werktijden

                      Symptomen:
                      • lichamelijke klachten
                      • gedragsveranderingen

                      Wat te doen om vermoeidheid en stress te voorkomen.

                      Juiste basiscyclus werk/rust door op een goede manier om te gaan met:
                      • bewegen
                      • roken
                      • alcohol
                      • voeding
                      • ontspanning

                      Gezonde voeding en voldoende vocht

                      Toelichting toetsterm 3.7:

                      Tax: B
                      RVB: 3.4

                    Eindterm 4: Branche en bedrijf

                    • 4.1 Kan uitleggen hoe de chauffeur door zijn gedrag kan bijdragen aan het imago van een onderneming.

                      Afbakening:

                      Belang voor de onderneming van de kwaliteit van de dienstverlening door de bestuurder.

                      Taken van de chauffeur goed uitvoeren.

                      Onderhoud van het voertuig op orde.

                      Organisatie van het werk op orde.

                      Afbreukrisico’s voor de onderneming als het imago wordt beschadigd.

                      De commerciële en financiële gevolgen van een geschil.

                      Toelichting toetsterm 4.1:

                      Tax: B
                      RVB: 3.6

                      4.2 Heeft kennis van en inzicht in het wegvervoer en de overige vervoerstakken

                      verschillende activiteiten in het wegvervoer, de organisatie van de voornaamste soorten vervoersondernemingen of aanverwante transportactiviteiten, gespecialiseerd vervoer,

                      ontwikkelingen in de sector, de werkingssfeer van een cao en kan de relatie met de taken van de chauffeur hierin aangeven.

                      Afbakening:

                      Criteria om te kiezen voor een bepaalde vervoersvorm:
                      • concurrentie
                      • modal shift (overheidsinvloed)
                      • wegvervoer (nationaal/internationaal)
                      • spoorvervoer
                      • vervoer over het water (zee en binnenwater)
                      • luchtvervoer
                      • vervoer per pijpleiding

                      De soorten dienstverlening:
                      • transport
                      • opslag/crossdocking
                      • logistieke dienstverlening (opslag, value added logistics (val), value added services (vas))
                      • uitbesteding
                      • gecombineerd vervoer
                      • aansluitend vervoer

                      De belangenorganisaties:
                      • TLN
                      • evofenedex
                      • VERN
                      • IRU (internationaal)
                      • vakbonden

                      cao:
                      • de rechten en plichten van werkgever/werknemer
                      • de arbeidsvoorwaarden

                      Toelichting toetsterm 4.2:

                      Tax: B
                      RVB: 2.1, 3.7

                      4.3 Kan goederen herkennen waarvoor specifieke, begeleidende documenten nodig zijn en aangeven wanneer deze gebruikt moeten worden.

                      Afbakening:

                      De vervoersspecialiteiten:
                      • verhuizingen
                      • waardetransport
                      • vervoer gevaarlijke stoffen
                      • geconditioneerd vervoer
                      • veevervoer
                      • exceptioneel transport
                      • tankvervoer
                      • containervervoer
                      • distributievervoer
                      • afvalstoffenvervoer

                      Deelmarkten (zie ook toetsterm 1.1 module 2)

                      De documenten bij specifieke ladingen:
                      • schriftelijke instructies (gevarenkaart)
                      • gezondheidsverklaring/journaal (EU 1/2005)
                      • fytosanitair certificaat (gezondheidsverklaring)
                      • begeleidingsbrief bij afvalstoffen
                      • Getuigschrift van Vakbekwaamheid (pluim)veetransport
                      • ADR-vakbekwaamheidscertificaat
                      • ontheffing (maten en gewichten, verkeersregels)

                      Aanvullende vervoersvoorwaarden/vervoerscondities

                      Toelichting toetsterm 4.3:

                      Tax: B
                      RVB: 2.2

                    feedback