Service

Exameneisen Maritieme wateren

Algemene informatie

In de exameneisen staat wat u moet kunnen en kennen. De exameneisen vormen daarom de basis van de opleiding en het examen.

Opgesteld door: CBR divisie CCV

Categoriecode en exameninformatie:

  • BVMW, digitaal, 50 meerkeuzevragen, dekkingsgraad toetstermen: 100%, cesuur: 80% (40 vragen goed van de 50)

Geldigheid examenresultaat: 2 jaar

Bijzonderheden: geen

Vastgesteld door:

  • College van Deskundigen Binnenvaart op 24 januari 2022

Beoordeeld door:

  • Logistiek, Transport en Personenvervoer raad; kamer water, 9 februari 2022

Goedgekeurd door:

  • Divisiemanager CCV op 14 februari 2022

Ingangsdatum:

1 januari 2023

Datum laatste aanpassing:

4 april 2022

Toelichting gebruik toetstermen:

  • Competenties: Dit zijn de kennis en vaardigheden om taken, die nodig zijn voor het besturen van binnenvaartuigen, goed uit te voeren.
  • Eindtermen: Dit zijn de hoofdonderwerpen die in het examen voorkomen. Hierin staat 'ruim' omschreven wat er in het examen terug kan komen.
  • Toetstermen: Dit zijn onderdelen van een eindterm. Hierin staat meer uitgebreid omschreven wat er in het examen terug kan komen.
  • Afbakening: Dit zijn onderdelen van een toetsterm. Hier staat over welke onderwerpen vragen gesteld mogen worden in het examen. Als er geen afbakening is opgenomen, mag over die toetsterm in principe alles gevraagd worden.
  • Tax: Dit is de taxonomiecode van Romiszowski. Deze code geeft aan op welk niveau de vragen over een toetsterm gesteld worden.

Toelichting taxonomiecode:

  • F = Feitelijke kennis. De kandidaat kan feiten reproduceren (herkennen of herinneren).
  • B = Begripsmatige kennis. De kandidaat kan begrippen of principes omschrijven.
  • R = Reproductieve vaardigheden. De kandidaat kan acties uitvoeren die volgens een vastgelegde procedure verlopen.
  • P = Productieve vaardigheden. De kandidaat kan acties uitvoeren waarbij hij zijn eigen creativiteit en inzicht nodig heeft.

Competentie

De kandidaat die vaart op binnenwateren van maritieme aard, is in staat te werken met actuele kaarten, berichten aan schippers en zeelieden en andere publicaties die specifiek te maken hebben met waterwegen van maritieme aard.

Eindterm 1: De kandidaat is in staat informatie afkomstig van specifieke nautische informatiebronnen te gebruiken en zich te houden aan geldende (vaar)regels op binnenwateren van maritieme aard

  • 1.1 De kandidaat kan uitleggen hoe nautische kaarten voor binnenwateren van maritieme aard moeten worden gebruikt

    Afbakening:

    Hydrografische kaart:

    • nummer
    • titel
    • schaal
    • getijgegevens
    • reductievlak
    • plankaarten
    • waarschuwingen
    • symbolen
    • jaar van uitgifte
    • kaartdatum
    • meest voorkomende tekens uit de legenda

    Mercatorprojectie:

    • wassende kaart
    • afstanden, alleen vanaf de staande rand
    • de zeemijl

    Geografische coördinaten:

    • breedte- en lengtegraden
    • geografische positie (liggende en staande rand)
    • omrekening naar werkelijke afstand

    Gebruik van hulpmiddelen:

    • passer
    • parallelliniaal
    • plotter

    Toelichting toetsterm 1.1:

    Tax: B

  • 1.2 De kandidaat is in staat om kaarten voor binnenwateren van maritieme aard op een juiste manier te gebruiken en toe te passen en daarbij rekening te houden met factoren

    Afbakening:

    Factoren in verband met de nauwkeurigheid van kaartlezen, zoals:

    • kaartdatum
    • symbolen
    • coördinaten
    • peilingen
    • bodembeschrijving
    • diepten
    • datums
    • internationale kaartstandaarden zoals ECDIS

    Routebepaling, rekening houdend met:

    • getij
    • stroomrichting en stroomkracht
    • windrichting en windkracht
    • soort schip, zowel geladen als leeg

    Toelichting toetsterm 1.2:

    Tax: R

  • 1.3 De kandidaat kan de werking van (satelliet) navigatie uitleggen

    Afbakening:

    Voor de bepaling van:

    • koers
    • coördinaten (plaats)
    • geodetische breedte en lengte
    • horizontale geodetische datum
    • verschil in breedte- en lengtegraad
    • afstand en snelheid over de grond
    • koers over de grond

    Kompas (magnetische/elektronische):

    • variatie
    • deviatie
    • miswijzing
    • kompaskoers
    • ware koers
    • magnetische koers
    • koers over de grond
    • kiellijn en peiling
    • koersbepaling
    • koersbepaling rekening houdend met het effect van wind en/of stroming
    • plotten van de positie tijdens het varen op koers en peiling

    GPS:

    • trip
    • COG (koers over de grond)
    • SOG (snelheid over de grond)
    • waypoints
    • man-over-boord (MOB)-knop

    Invloed van:

    • drift
    • stroom (stroomatlas, getijtafels, kentering en getijden)
    • stroomtabellen
    • stroom tegen wind in relatie tot golfslag

    Toelichting toetsterm 1.3:

    Tax: B

  • 1.4 De kandidaat kan uitleggen hoe berichten aan de scheepvaart/zeevarenden en andere informatiediensten worden gebruikt

    Afbakening:

    Waaronder:

    • verkeersinformatie
    • vaaraanwijzingen
    • Berichten aan Scheepvaart (BAS)
    • Berichten aan Zeevarenden (BaZ)
    • lichtenlijsten (HP2)
    • dieptestaten (HP33)
    • getijtafels
    • stroomatlas
    • maritieme veiligheidsinformatie (MVI)
    • wijzigingen op de 1800-kaarten
    • wijzigingen van vaardieptes en bebakening

    Toelichting toetsterm 1.4:

    Tax: B

  • 1.5 De kandidaat heeft kennis van verkeersregels die gelden op binnenwateren van maritieme aard, inclusief de van toepassing zijnde delen van de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee

    Afbakening:

    • Scheepvaartreglement Eemsmonding
    • Scheepvaartreglement Westerschelde

    Toelichting toetsterm 1.5:

    Tax: F

  • 1.6 De kandidaat heeft kennis van de regels die in noodsituaties gelden op binnenwateren van maritieme aard

    Afbakening:

    Zoals:

    • voorschriften over marifoon
    • noodseinen
    • gespreksdiscipline
    • voertaal

    Toelichting toetsterm 1.6:

    Tax: F

  • 1.7 De kandidaat kan beschrijven welke maritieme uitrusting wordt gebruikt bij specifieke regelgeving

    Afbakening:

    Waaronder:

    • gecompenseerd kompas
    • bijgewerkte zeekaarten van de gebieden waar het schip vaart
    • geschikte middelen voor het kaartpassen
    • geschikte middelen voor het bepalen van de waterdiepte
    • radio-ontvanger waarmee de weerberichten kunnen worden ontvangen
    • extra ankers

    Toelichting toetsterm 1.7:

    Tax: F


Competentie

De kandidaat die op binnenwateren van maritieme aard vaart, is in staat met getijdengegevens, -stromingen, -perioden en -cycli, de tijdstippen van getijdenstromingen en getijden en variaties in een estuarium om te gaan.

Eindterm 2: De kandidaat is in staat rekening te houden met getijden, getijdengerelateerde weersverwachtingen en -omstandigheden vóór de afvaart en tijdens de vaart

  • 2.1 De kandidaat heeft kennis van publicaties en informatie voor getijden en stromingen om waterstand, richting en kracht van stromingen en beschikbare diepte te bepalen

    Afbakening:

    • Getijtafels (tabellen en havengetal)
    • HP33
    • IJsberichtgeving
    • Golfhoogte informatie
    • Weerberichten

    Toelichting toetsterm 2.1:

    Tax: F

  • 2.2 De kandidaat heeft kennis van effecten van weersomstandigheden, landvorm en/of andere factoren op getijdenstromingen

    Afbakening:

    • De relatie tussen luchtdruk (hoog en laag) en weersverwachting
    • Hectopascal (hPa) / millibar (mb): vertalen in kans op een bepaalde windkracht en -richting en het effect op getijdestromingen
    • Zandplaten en oevervormen
    • Bijzondere weersomstandigheden

    Toelichting toetsterm 2.2:

    Tax: F

  • 2.3 De kandidaat kan de invloed bepalen van de waterstand, getijdenstroming, vaardieptes en weersomstandigheden en golven op de geplande reis voor een veilige navigatie

    Afbakening:

    Eb en vloed
    Kentering
    Invloed van zon en maan (o.a. spring- en doodtij)
    Tijdsplanning

    Vaardiepte:

    • reductievlak (NAP en LAT)
    • kaartdiepte
    • waterdiepte
    • rijzing
    • verval
    • getijtafels

    Koers:

    • stroom
    • wind
    • geladen / leeg schip

    Toelichting toetsterm 2.3:

    Tax: R


Competentie

De kandidaat die op binnenwateren van maritieme aard vaart, is in staat SIGNI (Signalisation des voies de navigation intérieure) en IALA (Internationale Associatie voor maritieme ondersteuning van navigatie en vuurtoreninstanties) te gebruiken voor een veilige scheepvaart op binnenwateren van maritieme aard.

Eindterm 3: De kandidaat is in staat SIGNI, IALA of andere plaatselijke markerings- en signaalsystemen te gebruiken

  • 3.1 De kandidaat heeft kennis van het gebruik van betonnings-, SIGNI-, IALA-, Regio A-, markerings- en signaalsystemen om de juiste positie van het schip in de waterweg te bepalen, en daarbij rekening te houden met de plaatselijke omstandigheden en voorschriften

    Afbakening:

    • Nummering
    • Markering van objecten en bovenbouwen (waaronder bruggen en pieren)
    • Laterale en cardinale markeringen
    • Scheidingstonnen
    • Aanvullende markeringen
    • Markering van gevaarlijke punten en obstakels
    • Markering van de loop van het vaarwater en de vaargeul
    • Ingangen van havens
    • Betonning(srichting)
    • Verlichting
    • Veilige route

      Toelichting toetsterm 3.1:

      Tax: F

    Laatst gecontroleerd op: 4 april 2022

    feedback