Service

Raamwerk praktijkexamen schipper

Planning en uitvoering van de reis

Versie: 0.2

Ingangsdatum: 1 januari 2023

Richtlijn voor de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart

Op 18 januari 2022 is de Europese Richtlijn 2017/2397 ‘Erkenning beroepskwalificaties in de binnenvaart’ ingegaan. Deze Richtlijn zorgt o.a. voor een uniformering van de competenties waarover de bemanning van binnenvaarschepen moet beschikken. Er wordt door de Richtlijn overgestapt van een ervaringsgericht systeem, naar een competentiegericht systeem. De mobiliteit van de bemanning wordt hierdoor vergroot en er ontstaat zo uitwisselbaarheid van de bemanning voor alle scheepvaartwegen van de lidstaten. Het praktijkexamen schipper is hierop aangepast. De relevante wijzigingen zijn opgenomen in dit raamwerk. Meer informatie over de wijzigingen vindt u op onze website.

Hoofdstuk 1: het raamwerk praktijkexamens schipper

Het CBR verstrekt het EU kwalificatiecertificaat schipper, als bedoeld in art. 7.18 van de Binnenvaartregeling, aan kandidaten die:

Opleidingstraject

  • in het bezit zijn van een marifooncertificaat,
  • minstens 5 jaar werkervaring kunnen aantonen of
  • minstens 500 dagen werkervaring op een zeeschip als lid van de dekbemanning hebben of
  • een 3-jarige beroepsopleiding hebben afgerond,
  • een gecertificeerd opleidingsprogramma van 1,5 jaar hebben gevolgd (eventueel inclusief kwalificatie matroos),
  • tijdens de opleiding 180 vaardagen hebben opgedaan,
  • na afronding van de opleiding 180 vaardagen hebben opgedaan,
  • de theorie-examens met een voldoende hebben afgerond en
  • de praktijkexamens, planning en uitvoering van de reis met een voldoende hebben afgerond.

En aan kandidaten die:
Vaartraject

  • ten minste 18 jaar zijn,
  • in het bezit zijn van een marifooncertificaat en kwalificatie matroos,
  • minstens 540 vaardagen kunnen aantonen of
  • minstens 180 vaardagen aangevuld met minstens 500 dagen werkervaring aan boord van een zeeschip als lid van de dekbemanning hebben,
  • de theorie-examens met een voldoende hebben afgerond en
  • de praktijkexamens, planning en uitvoering van de reis met een voldoende hebben afgerond.

En aan kandidaten die:
Stuurman

ten minste 18 jaar zijn,

  • in het bezit zijn van een marifooncertificaat,
  • beschikken over een kwalificatiecertificaat van de Unie als stuurman of een erkend certificaat als stuurman,
  • een vaartijd hebben opgebouwd van ten minste 180 dagen.
  • de theorie-examens met een voldoende hebben afgerond en
  • de praktijkexamens, planning en -uitvoering van de reis met een voldoende hebben afgerond.

Bovengenoemde eisen gelden voor de afgifte van het EU kwalificatiecertificaat schipper, dit zijn geen toelatingseisen voor de praktijkexamens.

In dit raamwerk staat aan welke eisen een opleidingsprogramma moet voldoen om voor een certificering in aanmerking te komen (zie hoofdstuk 4). Ook wordt de aanvraagprocedure beschreven.
De kandidaten kunnen alleen de praktijkexamens doen via opleidingsinstituten die een door het CBR gecertificeerde binnenvaart simulator en/of een gecertificeerd opleidingsprogramma hebben. Daarnaast moet het opleidingsinstituut beschikken over examenscenario’s die in samenwerking met het CBR worden ontwikkeld. Alleen deze opleidingsinstituten kunnen de kandidaten aanmelden in TOP voor de examens. Het CBR is aangewezen om deze certificeringen af te geven.

De praktijkexamens bestaan uit een planning van de reis (BVPR) en een uitvoering van de reis (BVUR). Deze examens worden in samenwerking tussen het opleidingsinstituut en het CBR ontwikkeld. Beide examens worden afgenomen door een examencommissie van het CBR.

De planning van de reis wordt afgenomen in een examenruimte in het opleidingsinstituut. De voorwaarden waaronder dit examen moet plaatsvinden vindt u in hoofdstuk 3. De uitvoering van de reis wordt afgenomen op een door het CBR gecertificeerde binnenvaartsimulator. De eisen die voor een binnenvaartsimulator gelden treft u in de Erkenningsrichtlijn binnenvaartsimulatoren aan. Aanvullende eisen staan in dit raamwerk.

Dit raamwerk wordt regelmatig geüpdatet. Wijzigingen worden afgestemd met de opleidingsbranche en met werkgevers- en werknemersorganisaties. Wijzigingen worden actief naar alle opleiders met een gecertificeerde simulator en/of gecertificeerde opleidingsprogramma gecommuniceerd.

Hoofdstuk 2: aanvraagprocedure

Het opleidingsinstituut doorloopt een aantal stappen voordat er examens op hun locaties kunnen worden verzorgd.

  • Allereerst moet het opleidingsinstituut zich inschrijven bij het CBR. In deze inschrijvingsovereenkomst worden algemene afspraken gemaakt, bijvoorbeeld over aansprakelijkheid en het openen van een betalingsrekening bij het CBR. Na afronding van de inschrijving ontvangt het opleidingsinstituut een CBR registratienummer, dat wordt gebruikt bij het aanmelden van kandidaten in TOP internet. Op de CBR website is te vinden hoe een opleidingsinstituut zich bij het CBR kan inschrijven.
  • Als stap 1 is doorlopen, dient het opleidingsinstituut een aanvraag in voor certificering van de simulator en/of het opleidingsprogramma (zie hoofdstuk 4). Ook wordt er een aanvraag ingediend voor de goedkeuring van de locatie.
    Hiervoor wordt het aanvraagformulier gebruikt dat op de CBR website is te vinden. Bij ondertekening van het aanvraagformulier gaat het opleidingsinstituut akkoord met het door het CBR opgestelde raamwerk inclusief de exameneisen en de voorwaarden waaronder de praktijkexamens moeten worden afgenomen.

    Een certificering van de simulator heeft een geldigheidsduur van maximaal tien jaar. Opleidingsprogramma’s hebben een certificering met een geldigheidsduur van maximaal vijf jaar. Mochten actualiteiten of bijzondere omstandigheden daar aanleiding toe geven, dan kan het CBR de certificering tussentijds opzeggen of aanvullende eisen stellen aan de certificering.

    Opleidingsinstituten moeten zelf de geldigheidstermijn in de gaten houden. Om de certificering te verlengen, dient het opleidingsinstituut tijdig een nieuwe aanvraag in.
  • Het CBR beoordeelt de aanvraag op volledigheid en op inhoud. De simulator wordt geaudit. Is een certificeringsaanvraag goedgekeurd? Dan wordt de simulator gecertificeerd voor een termijn van tien jaar en/of het opleidingsprogramma voor een termijn van vijf jaar. Het opleidingsinstituut ontvangt hiervan een bevestiging. Vanaf dat moment kan het opleidingsinstituut de kandidaten aanmelden in TOP internet.

Op de website van het CBR staat het tarief voor de certificering (erkenningstarief). Het CBR publiceert op haar website een overzicht van de opleiders die een gecertificeerde simulator en/of een gecertificeerd opleidingsprogramma hebben.


Hoofdstuk 3: certificeringseisen

Aan het verkrijgen van een certificering zijn algemene voorwaarden verbonden.
Daarnaast moet het opleidingsinstituut voldoen aan een aantal certificeringseisen.

Algemene voorwaarden

  1. Het opleidingsinstituut moet in Nederland ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel en gebruik maken van een kwaliteitssysteem of anderzijds kunnen aantonen dat de kwaliteit van hun processen wordt gewaarborgd. Staat het opleidingsinstituut niet langer ingeschreven bij de Kamer van Koophandel? Dan trekt het CBR de certificering per direct in.
  2. Zet een opleidingsinstituut geen simulator meer in en/of verzorgt een opleidingsinstituut geen opleidingsprogramma meer of kan het opleidingsinstituut niet langer voldoen aan de financiële verplichtingen bij het CBR? Dan trekt het CBR de certificering per direct in.
  3. De deskundigheid, integriteit en objectiviteit van de docenten die de opleiding verzorgen moeten gewaarborgd zijn. Worden er kandidaten bevoordeeld of benadeeld? Dan trekt het CBR de certificering per direct in.
  4. Het opleidingsinstituut zorgt ervoor dat personen die onder haar verantwoordelijkheid werken, denk bijvoorbeeld aan docenten, geen verbaal of fysiek geweld gebruiken of daarmee dreigen of zich discriminerend uiten. Mocht er toch sprake zijn van gebruik of dreiging van fysiek of verbaal geweld of discriminatie, dan trekt het CBR de certificering per direct in.
  5. Tot slot zorgt het opleidingsinstituut ervoor dat er voortdurend wordt voldaan aan alle eisen die gelden voor de certificering en het CBR informeert over wijzigingen die daarop van invloed zijn. Wordt er niet langer aan de eisen voldaan? Dan trekt het CBR de certificering per direct in.

Certificeringseisen

Naast deze algemene voorwaarden hanteert het CBR de volgende certificeringseisen voor dit praktijkexamen.

3.1 Eisen algemeen

Het opleidingsinstituut zorgt ervoor dat:
3.1.a
er een juiste administratie wordt gevoerd.
3.1.b de opleidingsdoelstellingen, leerinhoud, methoden, hulpmiddelen voor kennisoverdracht, procedures, het gebruik van simulatoren en het cursusmateriaal worden opgenomen in een opleidingsprogramma (zie hoofdstuk 4).
3.1.c de competentienormen zoals bedoeld in de EU Richtlijn 2017/2397 op aanvraag verstrekt/inzichtelijk gemaakt kunnen worden.
3.1.d
de programma’s voor de beoordeling van de competenties worden uitgevoerd door gekwalificeerde personen met diepgaande kennis van het opleidingsprogramma.
3.1.e er voor de examencommissie een voldoende grote vergaderzaal of andere ruimte beschikbaar is, waarin discreet overleg gevoerd kan worden.

3.2 Eisen examen planning van de reis
Het examen planning van de reis wordt afgenomen in een examenruimte die door het opleidingsinstituut beschikbaar is gesteld en door het CBR is goedgekeurd.

Het examen:
3.2.a wordt in Nederland afgenomen.
3.2.b wordt in de Nederlandse taal afgenomen.
3.2.c vindt plaats op maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 uur en 20.30 uur. De examens vinden zoveel mogelijk aaneengesloten plaats.
3.2.d wordt middels aan halfjaarlijkse planning ingepland i.s.m. CCV Planning. Eventuele wijzigingen kunnen tot 14 werkdagen voor de examendatum worden doorgegeven aan CCV Planning.
3.2.e wordt afgenomen door een CBR examinator en een surveillant van het opleidingsinstituut.
3.2.f wordt door de kandidaat in leesbaar handschrift aangeleverd, zodat de examinator dit kan beoordelen.
3.2.g duurt maximaal 2 uur, inclusief de briefing.

De examenruimte:
3.2.h is geschikt voor het afnemen van het examen schipper planning van de reis.
Denk bijvoorbeeld aan:

  • voldoende en goed meubilair in een examenopstelling,
  • voldoende en goede verlichting,
  • voldoende ventilatie,
  • voldoet aan wettelijke veiligheidsvoorschriften.

3.2.i beschikt over ruime werkplekken voor minimaal 4 en maximaal 16 kandidaten (inclusief herexamen kandidaten), een examinator en een surveillant.
3.2.j
beschikt over een computer (PC of laptop) voor elke kandidaat.

Mocht er twijfel ontstaan over de geschiktheid van de locatie, dan kan het CBR een schouwing doen. Deze schouwing wordt uitgevoerd door (een delegatie van) de Binnenvaart voorzitters van het CBR. Het tarief voor deze schouwing wordt van de betalingsrekening van het opleidingsinstituut afgeschreven. Het CBR bevestigt schriftelijk de uitkomsten van de schouwing aan het opleidingsinstituut.

Aantal kandidaten:
3.2.k Minimum aantal kandidaten per ronde: 4 kandidaten.
3.2.l Minimum aantal rondes per dag: 1 ronde (tijdstip in overleg met CCV planning).
3.2.m Maximum aantal kandidaten per ronde: 16 kandidaten. Een dag bestaat uit maximaal 2 rondes. Per dag zijn er maximaal 32 kandidaten toegestaan, die evenredig over de 2 rondes worden verdeeld.

Documenten:
3.2.n Voor de planning van de reis moeten verschillende documenten en naslagwerken te raadplegen zijn.
3.2.o Het CBR levert de benodigde documenten (digitaal) aan.
3.2.p Het opleidingsinstituut beschermt de documenten tegen verlies of ongeoorloofde verspreiding.
3.2.q Het is alleen toegestaan om het aangeleverde stabiliteitsprogramma te gebruiken tijdens het examen. (nog niet van toepassing)
3.2.r Het opleidingsinstituut levert een goedgekeurde elektronische kaart met bijbehorende kaarten (Nederland, België en Duitsland).
3.2.s Het opleidingsinstituut levert een goedgekeurde routeplanner die niet actueel verbonden is met het internet.

3.3 Eisen examen uitvoering van de reis
Het examen uitvoering van de reis wordt afgenomen op een door het CBR goedgekeurde binnenvaartsimulator die door het opleidingsinstituut beschikbaar is gesteld.

Het examen:
3.3.a wordt in Nederland afgenomen.
3.3.b wordt in de Nederlandse taal afgenomen.
3.3.c vindt plaats op maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 uur en 20.30 uur. De examenrondes vinden aaneengesloten plaats.
3.3.d wordt middels aan halfjaarlijkse planning ingepland i.s.m. CCV Planning. Eventuele wijzigingen kunnen tot 14 werkdagen voor de examendatum worden doorgegeven via CCV.Planning@cbr.nl.
3.3.e wordt afgenomen door een examencommissie van het CBR, onder leiding van een voorzitter.
3.3.f als het examen niet kan plaatsvinden i.v.m. technische problemen aan de simulator moet dit z.s.m. worden gemeld bij via CCV.Planning@cbr.nl

Aantal kandidaten:
3.3.g Minimum aantal kandidaten per dagdeel: Een dagdeel bestaat uit minimaal 2 rondes met minimaal 4 kandidaten evenredig verdeeld over de 2 rondes (2 stuurhutten).
3.3.h Maximum aantal kandidaten per dag: Een dag bestaat uit maximaal 4 rondes met maximaal 12 kandidaten per dag, evenredig verdeeld over 4 rondes (3 stuurhutten).

De operator

Het opleidingsinstituut zorgt ervoor dat:
3.3.i er voldoende operators worden ingezet, zodat het examen naar behoren afgenomen kan worden. Ten minste een operator en een (technisch) assistent.
3.3.j de operator (die de communicatie verzorgt) een aan hem/haar afgegeven geldig EU kwalificatiecertificaat schipper of een geldig groot vaarbewijs A/B of Rijnpatent kan tonen.
3.3.k de operator (en de (technisch)assistent) een geldig identiteitsbewijs kan tonen.
3.3.l de operator (en de (technisch)assistent) diepgaande kennis heeft van de examenscenario’s en de besturing van de simulator.
3.3.m de operator (en de (technisch)assistent) op tijd aanwezig is op de locatie waar het examen wordt afgenomen.
3.3.n de operator (en de (technisch)assistent) op de hoogte is van de werkinstructie operator van het CBR.
3.3.o de operator (en de (technisch)assistent) zich onafhankelijk opstelt tijdens het praktijkexamen.

De simulator:
3.3.p voldoet aan de standaard voor de goedkeuring van simulatoren, zoals omschreven in deel III in de Richtlijn (EU)2017/2397) De Europese standaard voor kwalificaties in de binnenvaart’ (ES-QIN).
3.3.q wordt bij de certificeringsaanvraag door een delegatie van het CBR geaudit. Het tarief van deze audit wordt van de betalingsrekening van het opleidingsinstituut afgeschreven.
3.3.r mag bij het praktijkexamen worden ingezet, nadat deze door het CBR is gecertificeerd voor een periode van 10 jaar.
3.3.s voldoet de binnenvaartsimulator niet langer aan de eis uit artikel 3.3.p? Dan kan de certificering gepauzeerd of ingetrokken worden.

Mocht er binnen de certificeringstermijn twijfel ontstaan of de simulator nog aan de eis uit artikel 3.3.p voldoet, dan kan het CBR opdracht geven voor een tussentijdse audit. Deze audit wordt uitgevoerd door (een delegatie van) de Binnenvaart voorzitters van het CBR. Het tarief voor deze audit wordt van de betalingsrekening van het opleidingsinstituut afgeschreven. Het CBR bevestigt schriftelijk de uitkomsten van de audit aan het opleidingsinstituut.

Hoofdstuk 4: opleiding, training en examens

Het opleidingsprogramma wordt meegestuurd met de aanvraag voor een certificering. Hierin vermeld het opleidingsinstituut o.a. waar het praktijkexamen planning van de reis plaatsvindt, welke simulator wordt ingezet voor het praktijkexamen uitvoering van de reis en een globale indeling van de opleiding.

Onderdelen die verplicht vermeld moeten worden in het opleidingsprogramma zijn:

Algemene informatie

  • Naam opleidingsinstituut
  • Registratienummer
  • Versienummer van dit opleidingsprogramma

Planning van de reis

  • Locatie examen

Uitvoering van de reis

  • Merk simulator
  • Locatie simulator
  • Eigenaar simulator

Het opleidingsinstituut is vrij om een opleiding en/of training op de simulator in te richten. In verband met het inplannen van de examens en het inzetten van de examinatoren en voorzitters zien wij echter graag een indeling zoals weergegeven in de onderstaande varianten:

Variant 1:

  • Dag 1: opleiding + examen planning van de reis
  • Dag 2: opleiding uitvoering van de reis
  • Dag 3: examen uitvoering van de reis (simulator)

Voorbeeld 12 kandidaten:

Dag 1:
- 08:30-10:30 uur BVPR (12 kandidaten, voorzitter)

Dag 3:
- 08:30 - 10:30 uur BVUR (3 kandidaten, voorzitter en examinatoren)
- 10:30 - 12:30 uur BVUR (3 kandidaten, voorzitter en examinatoren)
- 30 minuten pauze
- 13:00 – 15:00 uur BVUR (3 kandidaten, voorzitter en examinatoren)
- 15:00 – 17:00 uur BVUR (3 kandidaten, voorzitter en examinatoren)

Variant 2:

  • Dag 1 + 2: opleiding planning van de reis en uitvoering van de reis
  • Dag 3: examen planning van de reis en uitvoering van de reis (simulator)

Voorbeeld met 6 kandidaten:
- 08:30 - 10:30 uur BVPR (6 kandidaten, voorzitter)
- 10:30 - 12:30 uur BVUR (3 kandidaten, voorzitter en examinatoren)
- 30 minuten pauze
- 13:00 – 15:00 uur BVUR (3 kandidaten, voorzitter en examinatoren)

Voorbeeld met 9 kandidaten:
- 08:30 - 10:30 uur BVPR (9 kandidaten, voorzitter)
- 10:30 - 12:30 uur BVUR (3 kandidaten, voorzitter en examinatoren)
- 30 minuten pauze
- 13:00 – 15:00 uur BVUR (3 kandidaten, voorzitter en examinatoren)
- 15:00 – 17:00 uur BVUR (3 kandidaten, voorzitter en examinatoren)

De kandidaat krijgt de examenuitslag van het onderdeel planning van de reis per e-mail toegestuurd. De uitslag van het onderdeel uitvoering van de reis wordt direct na dit examen medegedeeld aan de kandidaat.

Hoofdstuk 5: exameneisen

De exameneisen die ten grondslag liggen aan de praktijkexamens schipper worden onderhouden door de Voorzitters Binnenvaart en vervolgens vastgesteld door het College van Deskundigen Binnenvaart, beoordeeld door de Logistiek, Transport en Personenvervoerraad, kamer Water en goedgekeurd door de Manager divisie CCV.

De exameneisen worden gepubliceerd op www.cbr.nl. Wijzigingen worden actief door het CBR gecommuniceerd aan de opleidingsinstituten met een gecertificeerd opleidingsprogramma.

Hoofdstuk 6: wetgeving

In dit hoofdstuk staat opgesomd op welke wetgeving de praktijkexamens Schipper zijn gebaseerd.

  • Richtlijn (EU) 2017/2397 ‘De Europese standaard voor kwalificaties in de binnenvaart’ (ES-QIN)
  • Erkenningsrichtlijn binnenvaartsimulatoren
  • Binnenvaartregeling
  • Besluit tot goedkeuring van de examenreglementen en examenprogramma’s voor de binnenvaart
  • Artikel 17 lid 4 (EU Richtlijn 2017/2397): Het CBR trekt de goedkeuring van opleidingsprogramma’s in of schorst die goedkeuring wanneer die opleidingsprogramma’s niet langer voldoen aan de algemene eisen in 3.1.
  • Zodra de Nederlandse wet- en regelgeving voltooid is, wordt dit hier ook vermeld.
feedback