Service

Raamwerk praktijkexamen machinist

1. Het raamwerk praktijkexamen machinist

Het CBR verstrekt de Verklaring machinist, als bedoeld in artikel 2.9 lid 4 van de Binnenvaartregeling, aan kandidaten die met goed gevolg het praktijkexamen machinist hebben afgerond. In het examenprogramma van het praktijkexamen machinist, goedgekeurd in het Besluit tot goedkeuring examenreglementen en examenprogramma’s voor de binnenvaart 2020, is opgenomen dat de praktijkweken van het praktijkexamen namens het CBR worden afgenomen door een opleidingsinstituut.

Alleen door het CBR erkende opleidingsinstituten mogen het praktijkexamenmachinist afnemen. Het CBR is aangewezen om deze erkenning af te geven. Ook houdt het CBR toezicht op de uitvoering van de praktijkweken. Om hierover duidelijke afspraken te maken heeft het CBR een raamwerk machinist opgesteld.

In het raamwerk staat aan welke eisen een opleidingsinstituut moet voldoen om voor een erkenning in aanmerking te komen. Ook wordt de aanvraagprocedure beschreven. In het toezicht wordt gecontroleerd of het opleidingsinstituut zich bij de uitvoering van de praktijkweken. daadwerkelijk aan deze eisen houdt. Is dit niet het geval? Dan legt het CBR een sanctie op. De verschillende sancties en de mogelijkheden voor bezwaar en beroep vindt u in dit raamwerk terug.

Tot slot is in dit raamwerk een overzicht met de eisen voor het practicum opgenomen.

Dit raamwerk wordt periodiek gewijzigd. Wijzigingen worden afgestemd met de opleidingsbranche en met werkgevers- en werknemersorganisaties. Wijzigingen worden actief naar alle erkende opleiders gecommuniceerd.

2. Aanvraagprocedure

Het opleidingsinstituut doorloopt een aantal stappen voordat het dit praktijkexamen kan verzorgen.

  • Allereerst moet het opleidingsinstituut zich inschrijven bij het CBR. In deze inschrijvingsovereenkomst worden algemene afspraken gemaakt, bijvoorbeeld over aansprakelijkheid en het openen van een betalingsrekening bij het CBR. Na afronding van de inschrijving ontvangt het opleidingsinstituut een CBR registratienummer, dat wordt gebruikt bij het aanmelden van kandidaten in TOP internet. Op de CBR website is te vinden hoe een opleidingsinstituut zich bij het CBR kan inschrijven.
  • Als stap 1 is doorlopen, dient het opleidingsinstituut een aanvraag in voor erkenning voor de praktijktoetsen. Hiervoor wordt het aanvraagformulier gebruikt dat op de CBR website is te vinden. Bij ondertekening van het aanvraagformulier gaat het opleidingsinstituut akkoord met de door het CBR opgestelde raamwerk, de exameneisen en de portfolio- en examenopdrachten. Een erkenning als opleidingsinstituut heeft een geldigheidsduur van maximaal vijf jaren. Mochten actualiteiten of bijzondere omstandigheden daar aanleiding toe geven, dan kan het CBR een erkenning tussentijds opzeggen of aanvullende eisen stellen aan een erkenning.
  • Het CBR beoordeelt de aanvraag op volledigheid en op inhoud. Is een erkenningsaanvraag goedgekeurd? Dan ontvangt het opleidingsinstituut hiervan een bevestiging. Vanaf dat moment kan het opleidingsinstituut de kandidaten aanmelden in TOP internet. Het CBR publiceert op haar website een overzicht van de erkende opleiders.

3. Erkenningseisen

Aan het verkrijgen van een erkenning zijn algemene voorwaarden verbonden. Daarnaast moet het opleidingsinstituut voldoen aan een aantal erkenningseisen.

    1. Om als opleidingsinstituut erkend te worden en te blijven, moet het opleidingsinstituut in Nederland staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en gebruik maken van een kwaliteitssysteem of anderzijds kunnen aantonen dat de kwaliteit van hun processen wordt gewaarborgd. Staat het opleidingsinstituut niet langer ingeschreven bij de Kamer van Koophandel? Dan trekt het CBR de erkenning per direct in.
    2. Verzorgt een opleidingsinstituut geen examens meer of kan het opleidingsinstituut niet langer voldoen aan de financiële verplichtingen bij het CBR? Dan trekt het CBR de erkenning per direct in.
    3. De deskundigheid, integriteit en objectiviteit van de assessoren die de examens afnemen moeten gewaarborgd zijn. Worden er kandidaten bevoordeeld of benadeeld? Dan trekt het CBR de erkenning per direct in.
    4. Het opleidingsinstituut zorgt ervoor dat personen die onder haar verantwoordelijkheid werken, denk bijvoorbeeld aan assessoren, geen verbaal of fysiek geweld gebruiken of daarmee dreigen of zich discriminerend uiten. Mocht er toch sprake zijn van gebruik of dreiging van fysiek of verbaal geweld of discriminatie, dan trekt het CBR de erkenning per direct in.
    5. Tot slot zorgt het opleidingsinstituut ervoor dat er voortdurend wordt voldaan aan alle eisen die gelden voor de erkenning en het CBR informeert over wijzigingen die daarop van invloed zijn. Wordt er niet langer aan de eisen voldaan? Dan trekt het CBR de erkenning per direct in.

    Erkenningseisen

    Naast deze algemene voorwaarden hanteert het CBR de volgende erkenningseisen voor dit examentraject.

    • Het opleidingsinstituut zorgt ervoor dat:

      3.1.a er een juiste administratie wordt gevoerd;
      3.1.b het examen wordt uitgevoerd volgens de eisen uit het onderhavige raamwerk ten aanzien van de inhoud en randvoorwaarden van het examen;
      3.1.c er geen relatie is tussen assessor en examenkandidaat, waardoor de onpartijdigheid van de assessor in het gevaar komt;
      3.1.d de opleider en de leermeester samen bepalen, mede op basis van de portfolio-opdrachten, of de kandidaat klaar is voor toetsing.
    • Het opleidingsinstituut zorgt ervoor dat:

      3.2.a het examen wordt afgenomen op een locatie in Nederland die voldoet aan de eisen van de exameneisen;
      3.2.b het examen start en eindigt op de in TOP internet aangemelde locatie. Kosten voor het niet of niet volledig uit kunnen voeren van steekproeven bij een belemmerde toegang komen voor rekening van het opleidingsinstituut;
      3.2.c de examenlocatie toegankelijk is voor steekproefnemers. Kosten voor het niet of niet volledig uit kunnen voeren van steekproeven bij een belemmerde toegang komen voor rekening van het opleidingsinstituut;
      3.2.d tijdens het examen de locatie niet voor andere doeleinden wordt gebruikt;
      3.2.e de locatie voldoet aan de wettelijke veiligheidsvoorschriften.
    • Het opleidingsinstituut zorgt ervoor dat:

      3.3.a de onderdelen (hydrauliek, pneumatiek, elektrotechniek, etc.) praktische getoetst kunnen worden in een speciaal daarvoor ingericht practicumlokaal.
      Bij twijfel aan de geschiktheid van het practicumlokaal kan de opleider een verzoek indienen om het lokaal te laten schouwen door (een delegatie van) de Technische Commissie Ondernemer van het CBR. Het tarief voor deze schouwing wordt van de betalingsrekening van het opleidingsinstituut afgeschreven. Het CBR bevestigt schriftelijk de uitkomsten van de schouwing aan het opleidingsinstituut.
    • Het opleidingsinstituut zorgt ervoor dat:

      3.4.a aan het begin van het examen het wettige en geldige identiteitsbewijs van iedere kandidaat die is aangemeld in TOP internet wordt gecontroleerd.
      3.4.b voor aanvang en na afloop van de opleiding, de presentielijst uit TOP internet door de aanwezige kandidaten wordt getekend.
      3.4.c de presentielijst uit TOP internet de hele cursus beschikbaar is en tijdens een steekproef direct getoond kan worden.
      3.4.d de presentielijst uit TOP internet voor de periode van ten minste 1 jaar na de opleiding op een beveiligde manier wordt bewaard. Het CBR kan het opleidingsinstituut in deze periode vragen om de presentielijsten.
    • De assessor

      3.5.a moet voldoende deskundig zijn om de lesstof te toetsen;
      3.5.b maakt bij de beoordeling gebruik van de daarvoor bestemde formulieren van het CBR;
      3.5.c neemt het examen af volgens de van toepassing zijnde toetsmatrijs;
      3.5.d is ten minste de Nederlandse taal machtig en beschikt over het taalniveau B1 Engels.
      3.5.e kan tijdens de praktijkweken een wettelijk en geldig legitimatiebewijs tonen.
    • Het opleidingsinstituut zorgt ervoor dat:

      3.6.a de praktijkweken plaatsvinden op de tijd die in TOP internet is opgevoerd. de praktijkweken mogen plaatsvinden op: • maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 uur en 18.00 uur. In het weekend en op landelijke feestdagen (met uitzondering van 5 mei en Goede vrijdag) mogen er geen praktijkweken plaatsvinden.
      3.6.b de kandidaat tijdens de praktijkweken niet onder invloed van alcohol of drugs is;
      3.6.c de kandidaat tijdens de praktijkweken niet vanuit dienstverband aan het werk is (‘On the job’- toetsing is niet toegestaan);
      3.6.d de beoordeling van de praktijkweken minimaal twee jaar bewaard worden.
      3.6.e de portfolio-opdrachten aan boord van een schip worden uitgevoerd.

      Daarnaast controleert het opleidingsinstituut of de kandidaat:

      3.6.f bij aanvang van het examentraject de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt;
      3.6.g bij aanvang van praktijkweken 2 en 3 de voorafgaande praktijkweek met een voldoende heeft afgesloten;
      3.6.h bij aanvang van de praktijkweken de bijbehorende e-learning theorie en de portfolio-opdrachten met een voldoende heeft afgerond. Tijdens de praktijkweken moet de uitslag van de e-learning theorie en het portfolio fysiek of digitaal door het opleidingsinstituut aan een steekproefnemer getoond kunnen worden.
    • Het opleidingsinstituut zorgt ervoor dat:

      Voorafgaande aan de opleiding

      3.7.a examens, uiterlijk 14 dagen van tevoren, correct worden aangemeld in TOP internet. Annuleren van een examen en het verwijderen van de kandidaatsgegevens kan kosteloos tot 1 week van tevoren in TOP internet. Daarnaast moet zo snel mogelijk per e-mail de annulering aan CCV kenbaar worden gemaakt onder vermelding van de datum, het tijdstip en de locatie van de te annuleren examen. Kosten voor het niet of niet volledig uit kunnen voeren van steekproeven vanwege het niet tijdig annuleren van een examen komen voor rekening van het opleidingsinstituut.
      3.7.b de gegevens van de kandidaat uiterlijk 1 dag van tevoren correct zijn ingevoerd in TOP internet;
      3.7.c uiterlijk binnen 4 dagen na afloop van het examen de aanwezigheid (voldoende/onvoldoende) van alle kandidaten correct is geregistreerd in TOP internet;
      • Als het examenresultaat, dat het opleidingsinstituut afgeeft aan de kandidaat, afwijkt van de uitslag die door het opleidingsinstituut in TOP internet is geregistreerd, dan geldt de uitslag die bij CCV staat geregistreerd. Het opleidingsinstituut moet de kandidaat hierover informeren.
      • Als er binnen 4 dagen geen examenresultaat is opgevoerd zal het resultaat automatisch als onvoldoende worden geregistreerd. Tegen betaling van administratiekosten en overleg van bewijs van aanwezigheid kan het resultaat aangepast worden door het CBR.
      3.7.d de examens starten en eindigen op de tijdstippen die in TOP internet zijn opgevoerd. Kosten voor het niet of niet volledig kunnen uitvoeren van steekproeven door een onjuiste aanvangstijd komen voor rekening van het opleidingsinstituut;
      3.7.e niet verschenen kandidaten moeten binnen een half uur na aanvang van het examen geregistreerd zijn als ‘niet verschenen’;
      3.7.f als er sprake is van een storing van TOP internet, waarbij de oorzaak bij CCV ligt, de kandidaat wordt afgemeld per e-mail, onder vermelding van de reden: ‘niet verschenen’, dan wel ‘afgebroken’. De melding moet binnen 30 minuten na het ontstaan van de situatie zijn doorgegeven via CCV.code95.administratie@cbr.nl

    4. Toezicht en sancties

    Het CBR ziet erop toe dat de eisen uit dit raamwerk door de erkende opleidingsinstituten worden toegepast. Het CBR doet dit onder meer door het houden van onaangekondigde steekproeven en administratieve controles.

    Bij het opleggen van een sanctie houdt het CBR rekening met de zogenaamde ‘algemene beginselen van behoorlijk bestuur’. Zo worden gelijke gevallen gelijk behandeld. Daarbij is het zo dat de opgelegde sanctie evenredig moet zijn aan de situatie. Bij zware sancties zal dan ook altijd het hele dossier van het opleidingsinstituut worden beoordeeld.

    • Constateert het CBR dat een opleidingsinstituut zich niet houdt aan één van de eisen uit dit raamwerk? Dan wordt dit een overtreding genoemd. Niet iedere overtreding is even zwaar. Om dit onderscheid te maken, is aan ieder overtreding een aantal strafpunten toegewezen. Zo leveren zware overtredingen meer strafpunten op dan lichtere overtredingen.

      Als een opleidingsinstituut een overtreding begaat, dan legt het CBR volgens het sanctiemodel een sanctie op. De sanctie die wordt opgelegd is afhankelijk van de zwaarte van de overtreding en het aantal overtredingen dat het opleidingsinstituut eerder heeft begaan. Daarbij tellen alleen overtredingen mee die de afgelopen 24 maanden zijn begaan.

    • Iedere overtreding levert twee of meer strafpunten op. Het aantal strafpunten is afhankelijk van de zwaarte van de overtreding.In het onderstaande schema staat hoeveel strafpunten een overtreding oplevert. De overtredingen zijn gekoppelde aan de eisen die in hoofdstuk 3 van dit raamwerk staan.

      2 strafpunten 3 strafpunten 4 strafpunten
      artikel artikel artikel
      3.1.d 3.1.c 3.1.a, 3.1.b
      3.2b,, 3.2c, 3.2.d, 3.2.e 3.2.a
      3.3.a
      3.4.c, 3.4.d 3.4.a, 3.4.b
      3.5.b, 3.5.c 3.5.a, 3.5.d, 3.5.e, 3.5.f
      3.6.d 3.6.f, 3.6.e 3.6.a, 3.6.b, 3.6.c, 3.6.g, 3.6.h
      3.7.a, 3.7.b, 3.7.d, 3.7.f 3.7.c 3.7.e
    • Het CBR onderscheidt de volgende sancties:

      Sanctie 1. Waarschuwing
      Heeft u twee strafpunten behaald? Dan krijgt u een waarschuwing.

      Sanctie 2. Waarschuwing met verscherpt toezicht
      Bij vijf strafpunten gaat het CBR verscherpt toezicht houden. Dit betekent dat het CBR een extra onaangekondigde steekproef uitvoert. De kosten van deze steekproef zijn voor rekening van het opleidingsinstituut.

      Sanctie 3. Waarschuwing met extra verscherpt toezicht
      Behaalt u acht strafpunten? Dan houdt het CBR ‘extra verscherpt toezicht’. Dit betekent dat het CBR drie extra onaangekondigde steekproeven uitvoert. Eén van deze drie steekproeven is een tweedelijns audit. De kosten van deze steekproeven zijn voor rekening van het opleidingsinstituut.

      Sanctie 4. Verscherpt toezicht
      Na twaalf strafpunten komt het opleidingsinstituut onder verscherpt toezicht te staan. Dit verscherpt toezicht bestaat uit drie onaangekondigde steekproeven. Twee van deze drie steekproeven zijn tweedelijns audits. De kosten van deze steekproeven zijn voor rekening van het opleidingsinstituut.

      Sanctie 5. Schorsing erkenning
      Het opleidingsinstituut heeft zoveel strafpunten gekregen dat de erkenning geschorst wordt. De schorsing is voor maximaal 12 weken.Na sanctie 5 begint het opleidingsinstituut eenmalig opnieuw bij sanctie 3. De stappen worden opnieuw doorlopen.

      Sanctie 6. Intrekken erkenning
      Haalt het opleidingsinstituut opnieuw teveel strafpunten? Dan wordt de erkenning ingetrokken. De intrekking is niet voor altijd: de termijn van de intrekking wordt per geval bepaald, waarbij uit wordt gegaan van zes maanden. Na deze termijn moet het opleidingsinstituut opnieuw een erkenning aanvragen.

      Horen
      Voordat het CBR de erkenning van een opleidingsinstituut schorst of intrekt, gaat het CBR in gesprek met de opleidingsinstituut. Hierna neemt het CBR een besluittot schorsing of intrekking.

      Tussen sancties
      Komt het aantal strafpunten uit tussen twee verschillende sanctie? Dan krijgt u de sanctie die daaraan voorafgaat, behalve als u deze sanctie al heeft gehad. In dat geval wordt het strafpunt wel toegekend, maar wordt er geen aanvullende sanctie opgelegd.

      Voorbeeld: u bent met nul strafpunten begonnen en krijgt drie strafpunten. In dit geval wordt sanctie 1 opgelegd. Het resterende strafpunt telt wel mee. Staat u op twee strafpunten en krijgt u één extra strafpunt? Dan wordt niet opnieuw sanctie 1 opgelegd. Wel telt het nieuwe strafpunt mee.

      tabel sancties

    5. Bezwaar en beroep

    • Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u tegen een besluit tot intrekking of schorsing van een erkenning of certificering bezwaar indienen bij de afdeling Juridische Zaken van het CBR. U moet dit doen binnen zes weken na de dag van verzending van het besluit. In uw bezwaarschrift moet u aangegeven waarom u het niet eens bent met de beslissing. Tevens moet u een kopie van de beslissing waartegen u bezwaar maakt meesturen. Onderaan de beslissing vindt u informatie over hoe u in bezwaar kunt gaan.
    • Tegen sanctie 1 t/m 4 (zie hoofdstuk 4) kunt u geen bezwaarschrift indienen, omdat dit geen besluit betreft in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, maar een voorbereidingshandeling.
    • Als u bezwaar maakt tegen een besluit wordt u uitgenodigd voor een hoorzitting om uw bezwaarschrift mondeling toe te lichten. Dit vindt plaats op het kantoor van het CBR in Rijswijk. Als u dit wenst kan de hoorzitting ook telefonisch plaatsvinden.
    • Tegen een beslissing op bezwaar kunt u in beroep bij de rechtbank. Onderaan de beslissing staat informatie over hoe in beroep gegaan kan worden.
    • Het indienen van bezwaar en beroep tegen een besluit heeft geen schorsende werking.

    6. Exameneisen

    De exameneisen die ten grondslag ligt aan het examentraject machinist wordt onderhouden door de Technische Commissie Ondernemer en vervolgens vastgesteld door het College van Deskundigen Binnenvaart, beoordeeld door de Logistiek, Transport en Personenvervoerraad, kamer Water en goedgekeurd door de manager divisie CCV.De exameneisen worden gepubliceerd op onze website. Wijzigingen worden actief door het CBR gecommuniceerd aan de erkende opleidingsinstituten.

    Versie 1.0 - januari 2021

    Versie: CCV-533