Wat is een rijtest?

Rijtest met de nadruk op ‘denken’

Autorijden draait vaak om het snel nemen van een juiste beslissing, op het juiste moment. Hier gaat een ingewikkeld denkproces aan vooraf. Sommige aandoeningen of beperkingen maken dit moeilijker. Bijvoorbeeld een aandoening waardoor uw geheugen minder goed is, waardoor u informatie minder goed verwerkt of waardoor u zich minder goed kunt concentreren.

Wanneer kunnen we u uitnodigen voor een rijtest?

Bijvoorbeeld in deze situaties kunnen we u uitnodigen voor een rijtest:

  • Verminderd geheugen
  • Trager reageren of het trager verwerken van informatie
  • Moeite met inschatten van verkeerssituaties
  • Aandachtsproblematiek
  • Dementie
  • ADD
  • ADHD
  • ASS (Autisme Spectrum Stoornis)
  • Hersenletsel
  • Neurologische aandoeningen

Waar letten we op tijdens de rijtest?

De deskundige die de rijtest afneemt legt tijdens de verkeersdeelname de nadruk op het ‘denken’. De deskundige let hierbij op de volgende onderdelen:

  • ADHD
    We toetsen op aandacht blijven houden, gerichte aandacht, aandacht verdelen en besluitvorming.
  • ADD
    We toetsen op aandacht blijven houden, gerichte aandacht, aandacht verdelen en besluitvorming.
  • ASS
    We toetsen op het automatisch uitvoeren van handelingen, aandacht verdelen en voorspellen van gedrag van andere weggebruikers.
  • Overige aandoeningen
    (onder andere dementie, hersenletsel , neurologische aandoeningen): volgehouden aandacht, selectieve aandacht, verdeelde aandacht, besluitvorming, oriëntatie, executive vaardigheden en gevaarherkenning.
  • Volgehouden aandacht
    We toetsen of u geconcentreerd kunt blijven tijdens de hele rijtest.
  • Selectieve aandacht
    We toetsen of u belangrijke en minder belangrijke zaken goed uit elkaar kunt houden.
  • Verdeelde aandacht
    We toetsen of u uw aandacht goed kunt verdelen tussen de bediening en de besturing van het voertuig en het verkeer om u heen. Ook in ingewikkelde verkeerssituaties.
  • Besluitvorming
    We toetsen of u weloverwogen uw beslissingen neemt. En of u daarmee het andere verkeer niet hindert of in gevaar brengt.
  • Automatisch uitvoeren van handelingen
    We toetsen of u handelingen om de auto te bedienen en besturen automatisch kunt uitvoeren, zodat u uw aandacht bij de weg en het verkeer kunt houden.
  • Voorspellen van gedrag van andere weggebruikers
    We toetsen of u het gedrag van andere weggebruikers goed inschat. En of u uw eigen rijgedrag hier goed op afstemt.
  • Oriëntatie
    We toetsen of u verschillende verkeerssituaties herkent en daarin veilig weet te handelen.
  • Executieve vaardigheden
    We toetsen of u de auto op juiste wijze kunt bedienen en besturen en of u verkeersregels en -tekens kunt toepassen.
  • Gevaarherkenning
    We toetsen of u gevaarlijke situaties herkent. En of u als dit nodig is, zo kunt handelen dat gevaar wordt vermeden.