Recreatievaart

Vaarbewijsplicht

De exacte voorschriften met betrekking tot de vaarbewijsplicht zijn opgenomen in artikel 13 tot en met 16 van het Binnenvaartbesluit en Hoofdstuk 7 van de Binnenvaartregeling.

Klein Vaarbewijs

Het Klein Vaarbewijs is verplicht voor:

  • pleziervaartuigen met een lengte van 15 tot 25 meter.
  • motorboten korter dan 15 meter, die sneller kunnen dan 20 kilometer per uur door het water, hieronder vallen ook jetski’s en andere typen waterscooters.
  • bepaalde schepen die bedrijfsmatig gebruikt worden met een lengte tussen de 15 en 20 meter.

Het Klein Vaarbewijs kent twee gradaties die elk betrekking hebben op het vaargebied waarop met dit vaarbewijs op de binnenwateren gevaren mag worden.

Klein Vaarbewijs I

Klein Vaarbewijs II

Groot Pleziervaartbewijs II

Het Groot Pleziervaartbewijs is verplicht voor:

  • een pleziervaartuig met een lengte van 25 tot 40 meter.

Het Groot Pleziervaartbewijs kent twee gradaties die elk betrekking hebben op het vaargebied waarop met dit vaarbewijs op de binnenwateren gevaren mag worden. Het Groot Pleziervaartbewijs I wordt sinds 1 juli 2011 niet meer afgegeven. Alleen voor het Groot Pleziervaartbewijs II kunt u examen doen.

Groot Pleziervaartbewijs II

Geen vaarbewijsplicht, toch examen?

Als u zich op het water begeeft, is het voor ieders veiligheid altijd raadzaam om over voldoende basiskennis te beschikken van de relevante wetten, reglementen en te nemen veiligheidsmaatregelen. Ook als u niet onder de vaarbewijsplicht valt, is het altijd aan te raden een examen Klein Vaarbewijs 1 te doen.

Voorbeelden vaarbewijzen

Lesmateriaal

Heeft u vragen of opmerkingen over uw lesmateriaal? Hierover kunt u contact opnemen met uw opleider of de uitgever van het lesmateriaal.