Het CBR start op dinsdag 10 april 2018 met een vaste controle op de bevoegdheid van rijinstructeurs. Hierbij wordt de instructeurspas gecheckt bij het begin van alle rijexamens en toetsen voor auto, motor, bromfiets en auto met aanhangwagen. Sinds 1 juli 2016 gebeurt dat al steekproefsgewijs, om de examenkandidaten te beschermen en een veilige werkplek voor examinatoren te bevorderen.
Het CBR heeft tot de vaste controle besloten op verzoek van de rijschoolbranche. Hiermee werd ervaring opgedaan tijdens een proef, die vorig jaar plaatsvond in de praktijkexamencentra Groningen, Winschoten, Assen, Emmen, Hoogeveen en Rijswijk. Daarbij meldden de examinatoren met name in het begin van de proefperiode enkele tientallen keren dat een rijinstructeur geen of geen geldige instructeurspas had. Ook merkten zij op dat een aantal instructeurs wegbleef bij examens en toetsen, waardoor zij niet konden worden gecontroleerd.
De controles op de instructeurspas komen voort uit de in 2015 vernieuwde overeenkomst tussen CBR en opleider. In deze overeenkomst is benadrukt dat rijinstructeurs bij contact met het CBR altijd een geldige instructeurspas moeten kunnen tonen. Alleen dan mogen zij praktijkexamens en toetsen bijwonen van hun leerlingen inclusief voor- en nagesprek. Dit geldt uiteraard alleen voor die examens en toetsen waarvoor een rijinstructeur de zogeheten WRM-bevoegdheid moet hebben. Een WRM-stagepas is in die gevallen ook toegestaan.
Uit de landelijke steekproeven sinds juli 2016 bleek dat gemiddeld zo´n tien rijinstructeurs per maand geen geldige WRM-bevoegdheidspas konden tonen. Naar aanleiding daarvan verzochten de rijschoolbrancheverenigingen het CBR om de controle op de bevoegdheid van rij-instructeurs op te voeren. Hiermee levert het CBR dan ook een bijdrage aan de professionalisering van de branche.