Binnenvaart

Erkenningsrichtlijn radarsimulatoren

Algemeen

De afdeling Binnenvaart van CBR, divisie CCV (hierna: CCV) verzorgt in Nederland de examens die leiden tot kwalificaties in de binnenvaart, zoals de specifieke vergunning varen met behulp van radar.

Het praktijkgedeelte van het examen vindt plaats in een simulatoromgeving. In deze erkenningsrichtlijn is vastgelegd aan welke criteria radarsimulatoren moeten voldoen om te kunnen worden ingezet als examenlocatie. Het doel is de verzekering bieden dat de simulator/simulaties een voldoende realistisch niveau hebben, in overeenstemming met de exameneisen.

Als blijkt dat de radarsimulator voldoet aan de in deze richtlijn gestelde eisen, stuurt CCV een bevestiging, waaruit blijkt dat de radarsimulator is goedgekeurd en toegelaten als examenlocatie. De erkenning is tien jaar geldig. Op verzoek van de beheerder/eigenaar van de radarsimulator wordt het certificaat van goedkeuring op voordracht van de TC radar door CCV verlengd. CCV zal hiervoor een nieuwe audit afnemen.

Als tussentijds blijkt dat de radarsimulator niet meer voldoet aan de in deze richtlijn gestelde eisen, neemt CCV contact op met de beheerder/eigenaar. Indien het een aanpassing betreft, geeft CCV een schriftelijke motivatie. Na twee contactmomenten op initiatief van CCV en een aanpassingstijd van twee maanden bestaat de mogelijkheid dat CCV de bevoegdheid intrekt. De erkenningsrichtlijn geeft criteria voor de (fysieke) inrichting, de hardware en de software. De criteria worden voorafgegaan door een korte beschrijving van de examensituatie.

Standaard binnenvaartsimulatoren en radarsimulatoren

In internationaal verband zijn de standaarden tot stand gekomen voor kwalificaties voor de binnenvaart. Het Europees comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart (CESNI) heeft deze standaarden vastgelegd in ‘De Europese standaard voor kwalificaties in de binnenvaart (ES-QIN). In dit ES-QIN zijn in bijlage III ook de standaarden voor goedkeuring van simulatoren vastgelegd. In hoofdstuk 1 van bijlage III staan de technische en functionele vereisten die van toepassing zijn op binnenvaart- en radarsimulatoren vastgelegd. In hoofdstuk 2 van bijlage III worden de standaarden voor de administratieve procedure voor de goedkeuring van deze simulatoren vermeld. Praktijkexamens ter verkrijging van de specifieke vergunning varen met behulp van radar worden in Nederland al geruime tijd door middel van een radarsimulator afgenomen. De daarvoor ontwikkelde standaard die deze erkenningsrichtlijn weergeeft voldoet minimaal aan de eerdergenoemde standaard ES-QIN.

Beschrijving van de examenorganisatie

Het praktijkexamen wordt afgenomen door middel van een radarsimulator. Wanneer de examenkandidaat in de stuurhut het voorgelegde vaarprogramma op de radarsimulator aflegt, is hierbij een examinator aanwezig. In een aparte operatorruimte zijn aanwezig de operator, een of meerdere examinatoren en een dagvoorzitter (aantal examinatoren afhankelijk van het aantal stuurhutten). De examinatoren volgen de verrichtingen van de kandidaat in de stuurhut en in de operatorruimte. De schermen in de operatorruimte (uit historisch perspectief genoemd de uitkijk) zijn een weergave van het radarscherm in de stuurhut.

Algemene eisen

De algemene eisen aan de radarsimulator zijn als volgt:

  1. De radarsimulator moet functioneren volgens en het stuurhuis moet ingericht en uitgerust zijn zoals omschreven in Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen (ES-TRIN), vastgelegd en vastgesteld door het Europees comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart (CESNI).
  2. De radarsimulator moet functioneren volgens en het stuurhuis moet tevens ingericht en uitgerust zijn volgens de Standaarden voor de technische en functionele vereisten die van toepassing zijn op binnenvaartsimulatoren en radarsimulatoren (ES-QIN), vastgelegd en vastgesteld door het CESNI.
  3. Deze erkenningsrichtlijn is ontstaan uit een decennialange periode en is geschreven op de Nederlandse situatie. Bij verschillen, extra of hogere eisen tussen deze Richtlijn en de Standaard ES-TRIN geldt deze Erkenningsrichtlijn.
  4. Het stuurhuis moet ergonomisch ingericht zijn volgens de Europese norm CEN/TC15 N 163 D

Eisen aan de radarsimulator

Eisen met betrekking tot de fysieke inrichting

Stuurhuis

  1. Het stuurhuis moet functioneel ingericht zijn als een eenmansstuurstelling zoals omschreven in ES-TRIN.
  2. Het stuurhuis moet ingericht zijn met twee ‘VHF-installaties’ geschikt schip-schip verkeer en voor nautische informatie. Tevens moet een intercomsysteem of portofoonsets aanwezig zijn voor de communicatie intern op het schip.
  3. Zoals voorgeschreven in ES-TRIN moet het stuurhuis (c.q. het vanuit dit stuurhuis te bedienen simulatorscheepsmodel) ingericht en uitgerust zijn met de volgende navigatiemiddelen:
    • Elektronisch bediende stuurmachine met de mogelijkheid voor weg- en tijdafhankelijk of stuurautomaatbediening
    • Actieve boegbesturing (kopschroef, minimaal tweewegsysteem)
    • De bediening van de voortstuwingsinstallatie moet uitgerust zijn met minimaal 2 handels (voor aansturing één- en dubbelschroefschepen)
    • Bediening hekachteranker(s)
    • Dieptemeter
    • AIS (automatisch informatiesysteem) met daaraan gekoppeld Inland-ECDIS (uitsluitend in informatiemodus), met daarin actuele kaarten (Electronic Nautical Charts – ENC’s)

    4. In het stuurhuis moet voldoende (zit)ruimte zijn zodat een examinator de verrichtingen van de kandidaat duidelijk kan volgen, alsmede een schrijfmogelijkheid met voldoende (lokale) verlichting.

        Radarsimulator / bedieningsruimte

        1. Er moet een afzonderlijke ruimte zijn waarin de operator en examinator(en) kunnen plaatsnemen. De examinator moet het radarbeelden van de schepen van de examenkandidaten, alsmede de hieronder bij 5 genoemde parameters goed kunnen waarnemen.
        2. De stuurhut(ten) en de operatorruimte moeten allen gescheiden van elkaar zijn en zoveel mogelijk geluidsdicht.
        3. Zowel de stuurhut als de operatorruimte moeten zijn ingericht met twee marifoons, die functioneel voldoen aan de eisen voor de binnenvaart.
        4. De operator moet duidelijk kunnen zien op welk marifoonkanaal de examenkandidaat werkt, zonder dat hij daarvoor veel handelingen moet verrichten.
        5. Vanuit de operatorruimte moeten de voor navigatie belangrijke parameters van elk examenschip te allen tijde waarneembaar zijn. De parameters welke minimaal zichtbaar moeten zijn: roerstand, instelling bediening stuurmachine (weg- of tijdafhankelijk of stuurautomaat), boegschroef, bochtaanwijzer, blauw bord c.q. knipperlicht, voortstuwing (richting en omw./min) en fluitlicht.

        Vergaderruimte examencommissie
        In de directe omgeving van de radarsimulatorruimte moet een geschikte ruimte zijn waar de examencommissie zich ongestoord kan terugtrekken om te beraadslagen, examenuitslagen vast te stellen en deze aan kandidaten kan meedelen. In verband met de aanwezigheid van examenadministratie moet deze ruimte afsluitbaar zijn.

        Eisen met betrekking tot de hardware

        1. De gevaren examenscenario moet kunnen worden opgeslagen en nadien kunnen worden afgespeeld. Ook de gesprekken via de marifoon tussen de kandidaat en de instructeur moeten opgenomen worden. Na afsluiting van de examensessie worden standaard de examens opgeslagen, maar na afloop moeten de opgenomen beeld- en geluidsopnamen, als er over iedere kandidaat een besluit (geslaagd/gezakt) is genomen, worden gewist.
        2. Opslag examenscenario’s. De examenscenario’s moeten opgeslagen worden in een door een wachtwoord beschermd medium. Afhankelijk van de IT-omgeving van de locatie kan dit geheugenruimte zijn op een software-dongel, een USB-stick of een afgeschermde map op de computer van de radarsimulator.
        3. De radarinstallatie moet voldoen aan de eisen voor de binnenvaart (ES-TRIN).
        4. Tijdens een examen mogen maximaal drie stuurhutten tegelijkertijd worden bediend.

        Eisen met betrekking tot de software

        1. Tijdens het examen mogen de vaarprogramma´s van de kandidaten niet aan elkaar gekoppeld zijn.
        2. Er moet sprake zijn van een realistisch radarbeeld. De kwaliteitseisen voor de presentatie van het radarbeeld zijn gelijk aan de eisen in de eerdergenoemde regelgeving voor type goedgekeurde binnenvaartradarinstallaties.
        3. Er dient ten minste sprake te zijn van een tweedimensionaal stromingsbeeld, waarbij de stromingsrichting en stromingskracht van plaats tot plaats kunnen verschillen.
        4. De radarecho van de doelschepen moet realistisch worden weergegeven. Het gedrag van doelschepen moet realistisch zijn (bijvoorbeeld manoeuvreergedrag – inclusief achteruitvaren en echo).
        5. Alle doelschepen met een lengte van >20 m moeten op het radarbeeld gepresenteerd worden met de Inland-AIS-gegevens. Deze AIS-gegevens moeten per schip uitgeschakeld kunnen worden.
        6. Tijdens een examenscenario is de gesimuleerde positie van de radarantenne of op het voorschip of op het achterschip. Tijdens het examen hebben alle examenschepen de radarantenne op dezelfde positie op het gesimuleerde schip.

        Er moet een aantal verschillende soorten doelschepen en examenschepen zijn. In het examen moeten minimaal een 20-meter schip (zowel als snel schip en ‘normaal ’) en een 110-meter schip aanwezig zijn. Het 110-meterschip moet zowel leeg als geladen kunnen worden ingesteld. In het examen moeten doelschepen aanwezig zijn. Een 20, 50, 80, 110-meter schip, een 4–baks, een 6–baks duwstel en een zeeschip (bv 175 x 35 m, minimaal ‘bovenmaats’ in het vaargebied) zijn de doelschepen. Tevens moet er een snel schip als doelschip zijn opgenomen. Deze schepen hoeven niet allemaal in 1 examenscenario te zitten, maar moeten wel op de radarsimulator ingesteld kunnen worden.

        Overige eisen

        1. De examenscenario’s voor de radarsimulator binnenvaart moeten aan een aantal eisen voldoen. De eisen staan geformuleerd in het document ‘Eisen aan de examenoefening praktijkexamen radar’. In bijlage 2 is het document toegevoegd.
        2. Voordat een examenscenario ingezet mag worden, moet deze eerst door CCV zijn goedgekeurd. De procedure is beschreven in het document ‘Procedure goedkeuring examenscenario’s praktijkexamen radar. In bijlage 1 is het document toegevoegd.
        3. Er moet geëxamineerd worden volgens de regels zoals die zijn vastgelegd in de wettelijke regelingen en de daarvan afgeleide reglementen.
        4. Indien regelmatig wordt geëxamineerd, kan CCV meer dan het minimale aantal examenoefeningen eisen.
        5. De radarsimulator moet worden bediend door een ter zake deskundige (zowel in de bediening van de radarsimulator als de onderlinge communicatie tussen schepen en VTS-sectoren) operator. De operator moet minimaal het kwalificatiecertificaat schipper met anvulling radar en Basiscertificaat marifonie bezitten.

        Bijlage 1

        Procedure goedkeuring examenscenario's praktijkexamen radar

        Doel: alleen door CCV goedgekeurde examenscenario’s mogen worden ingezet voor het praktijkexamen radar. Goedkeuring van een examenscenario verloopt via onderstaande procedure. De productmanager van de afdeling Productmanagement van CCV is verantwoordelijk. Alle communicatie verloopt dan ook via de productmanager.

        Aanleiding kan zijn:

        • Behoefte CCV nieuwe / aangepaste examenscenario. Er zal dan gezamenlijk een plan van aanpak worden gemaakt.
        • Eigen initiatief opleider. CCV geeft kaders mee waar de nieuwe examenscenario aan moet voldoen.


        Actie 1.
        De Technische Commissie Voorzitters ontwerpt het scenario voor de radarsimulator.
        Wie
        : Technische Commissie Radar
        Documenten/benodigdheden
        : Format ontwerp examenscenario


        Actie 2.
        Het opleidingsinstituut werkt het aangeleverde scenario uit. Ook maakt het opleidingsinstituut een beschrijving van het examen. Deze beschrijving bevat minimaal de onderstaande punten:

        • Doel van de opdracht
        • Soort schip waarmee gevaren wordt
        • Beschrijving traject dat wordt afgelegd
        • Beschrijving stroomrichting (eb- of vloedstroom)
        • Beschrijving van de doelschepen.
        • Overzichtskaart

          Wie: opleidingsinstituut
          Documenten/benodigdheden:
          Beschrijving examenscenario radar praktijk


          Actie 3.
          De beschrijving van de examenscenario wordt door de Technische Commissie Voorzitters gecontroleerd op volledigheid en indien nodig aangescherpt. In het geval de beschrijving niet volledig of duidelijk is, wordt dit door CCV teruggekoppeld aan het betreffende opleidingsinstituut. Als alle documenten aanwezig zijn, wordt er een ontvangstbevestiging gestuurd.
          Wie:
          technische commissie radar en CCV
          Documenten/benodigdheden:

          • beschrijving examenscenario radar praktijk
          • terugkoppeling ontbreken / onduidelijke informatie
          • ontvangstbevestiging


          Actie 4.
          Onder gedelegeerde verantwoordelijkheid van de Technische Commissie Voorzitters wordt de nieuwe examenscenario op de radarsimulator van het opleidingsinstituut gevaren.
          Wie:
          technische commissie radar
          Documenten/benodigdheden:

          • beschrijving examenscenario radar praktijk
          • examenscenario op de radarsimulator


          Actie 5.
          Indien er wijzigingen in de examenscenario noodzakelijk zijn n.a.v. punt 4, dan zal dit door CCV worden teruggekoppeld. Afhankelijk van het soort opmerkingen zullen één of meerdere van voorgaande stappen opnieuw moeten worden doorlopen.
          Wie:
          CCV, afdeling
          Documenten/benodigdheden:
          Terugkoppeling wijzigingen door Technische Commissie Voorzitters


          Actie 6.
          Als de Technische Commissie Voorzitters akkoord gaat met het nieuwe examenscenario, zal de beschrijving van de examenscenario ter accordering worden voorgelegd aan het College van Deskundigen Binnenvaart.
          Wie:
          college van deskundigen
          Documenten/benodigdheden:
          beschrijving examenscenario radar praktijk


          Actie 7.
          Indien het College van Deskundigen Binnenvaart van mening is dat de nieuwe examenscenario niet voldoende is, dan zal dit door CCV worden teruggekoppeld. Afhankelijk van het soort opmerkingen zullen één of meerdere van voorgaande stappen opnieuw moeten worden doorlopen.
          Wie:
          CCV, afdeling productmanagement
          Documenten/benodigdheden:
          terugkoppeling negatieve beoordeling door college van deskundigen binnenvaart


          Actie 8.
          Indien het College van Deskundigen Binnenvaart de nieuwe examenscenario accordeert, wordt dit per brief door CCV teruggekoppeld.
          Wie:
          CCV, afdeling productmanagement
          Documenten/benodigdheden:
          bevestigingsbrief geaccordeerde examenscenario


          Actie 9.
          Informeren examinatoren / voorzitters over nieuwe examenoefening.
          Wie:
          CCV, afdeling productmanagement
          Documenten/benodigdheden:


          Actie 10.
          Het examenscenario wordt geplaatst op het door een wachtwoord beveiligde opslagruimte, uitsluitend te gebruiken door het CCV.
          De examenscenario’s worden separaat op een mediadrager (DVD, USB-stick) geplaatst om als origineel / back-up bewaard te worden bij het CCV.
          Wie:
          CCV
          Documenten/benodigdheden:


          Actie 11.
          De examenscenario mag worden gebruikt voor het praktijkexamen Radar.
          Wie:
          opleidingsinstituut
          Documenten/benodigdheden:
          examenscenario op de radarsimulator


          Definities

          College van deskundigen:
          Orgaan dat beroepsprofielen, exameneisen, items, praktijkopdrachten, examens en examenreglementen vaststelt. Kan gevraagd en ongevraagd adviezen uitbrengen aan CCV omtrent interpretatie en toepassing van het certificatieschema.
          Technische commissie:
          Commissie ter ondersteuning van het College van deskundigen. Ontwikkelt voorstellen voor exameneisen en beoordeelt items, cases, praktijkopdrachten en examens voordat deze ter goedkeuring aan het College van deskundigen worden voorgelegd.

          Indien er in de Technische Commissie of College van deskundigen partijen zitten die gebonden zijn aan een opleiding/school, dan zullen deze leden zich onthouden van commentaar met betrekking tot de examenscenario’s. Dit om de onafhankelijkheid en objectiviteit te kunnen waarborgen.

          Bijlage 2

            Voorschriften examenscenario’s praktijkexamen radar

            Inleiding

            Alleen door CCV goedgekeurde examenscenario’s mogen worden gebruikt tijdens het praktijkexamen radar. Dit document beschrijft de eisen waar een examenscenario radarpraktijk aan moet voldoen.

            Eisen aan het examenscenario's radarpraktijk

            1. De duur van een examenscenario bedraagt minimaal 30 minuten en maximaal 45 minuten.
            2. Er zijn minimaal 8 examenoefeningen.
            3. Het examenschip heeft de radar op het voor- of achterschip staan en de diepgang is kleiner of gelijk aan 2,75 meter. In een scenario hebben alle schepen de radarantenne of op het voorschip of op het achterschip staan.
            4. Er zijn minimaal 2 vaargebieden van 25 kilometer met stroming.
            5. De vaargebieden moeten over ten minste één of meerdere van de onderstaande elementen beschikken, zodat een realistisch radarbeeld ontstaat:
              - Brug
              - Sluis
              - Havenmonding (linker- en rechteroever)
              - Vaarwegversmalling
              - Hoogspanning
              - Vaarweg kruising
            6. Een opdracht bevat in de basis tussen de 20 en 40 doelschepen. Afhankelijk van het traject kan besloten worden hiervan af te wijken. Een 20, 50, 80, 110-meter schip, een 4 – baks, een 6 – baks duwstel en een zeeschip (bv 175 x 35 m) zijn de doelschepen. Tevens moet er een snel schip als doelschip zijn opgenomen. Deze schepen hoeven niet allemaal in 1 oefening te zitten.
            7. Omdat de kandidaat middels AIS het verkeersbeeld kan observeren moeten de doelschepen het gehele examen deelnemen aan het scheepvaartverkeer en op het gewenste moment en plaats in het scenario zijn.
            8. In een examenscenario moet ten minste één bijzondere situatie zijn opgenomen, zoals:
              - Zichtbeperkende omstandigheden, zoals genoemd in BPR/RPR
              - Een schip dat AIS-storing (geen weergave) heeft
              - Een schip dat van achter oploopt
              - Ontmoeten Snel schip zoals fast ferry, RWS en RP.
              - Stuurboord / Stuurboord passage
              - Uit- en invaren van hoofd- en neven vaarwater en vaarwaters van gelijk belang.
              - Oversteken veerpont
              - Vertrek examenschip vanaf meer- of ankerplaats waarna deelname aan verkeer
              - Kopvoor nemen of opdraaien
            9. Een opdracht moet de benodigde veelzijdigheid en complexiteit hebben, zodat de volgende punten tijdens het examen kunnen worden beoordeeld:
              - Vertrek en bijzondere verrichtingen
              - Positie in het vaarwater
              - Bochtentechniek
              - Omgaan met passages en obstructies
              - De vaarsnelheid
              - Ontmoeten en oplopen
              - Communicatie
              - Observatie / interpretatie radarbeeld
              - Aanpassen van het radarbereik
              - Anticiperen op bijzondere situaties

              Algemene eisen

              1. Er moet geëxamineerd worden volgens de regels, zoals die zijn vastgelegd in de wettelijke regelingen.
              2. De examenscenario’s en/of nagenoeg lijkende kopieën mogen niet gebruikt worden voor opleidingsdoeleinden.
              3. De dagvoorzitter wijst vóór het examen de te examineren scenario aan.
              4. De gevaren scenario moet kunnen worden opgeslagen en nadien kunnen worden afgespeeld. Ook de gesprekken tussen kandidaat en instructeur via de marifoon moeten opgenomen worden en kunnen gelijktijdig met de gevaren opdracht worden beluisterd.
              5. Beschrijving examenscenario
              6. Van iedere examenscenario dient een beschrijving aanwezig te zijn. Deze beschrijving bevat minimaal de onderstaande punten:
              7. Doel van de opdracht
              8. Beschrijving traject dat wordt afgelegd (vertrekpunt, bestemmingen route, hoofd- en/of nevenvaarwater)
              9. Beschrijving stroomrichting (eb- of vloedstroom)
              10. Beschrijving van de doelschepen (type schip, scheepsnaam, beladingsgraad en tijdstip start)
              11. Overzichtskaart
              12. Soort schip waarmee gevaren wordt
                - Algemeen radarexamen; 110 meter-schip leeg of geladen of
                - Algemeen radarexamen; “klein schip”
                - Radarexamen Snelle Schepen; 20 meter snel schip